5 min. 1-4 17998_ikleer_naar groep1_guide.
Voor de ouders Ik leer ‘Op weg naar groep 1’ is een compleet spel met duidelijke doelen: 1 Kleuren en vormen leren 2 Letters en het alfabet leren 3 Cijfers 1 t/m 5 leren 4 Het geheugen trainen 5 Samen leren spelen Kies uit een van de 20 educatieve spellen om alleen of samen met andere te spelen en te leren: Kleuren & vormen leren Je hebt nodig: 4 grote lottokaarten en 24 kleine lottokaartjes. Rood: brandweerwagen, lieveheersbeestje, hart, tomaat, vis, aardbei.
• Je kind moet antwoorden wat het is en welke kleur het heeft. Voorbeeld: “De vis is rood”. • Je kind krijgt het kleine kaartje en legt deze op de afbeelding van de lottokaart. SPEL 3 Ra, ra, ra wie ben ik? • Leg alle lottokaarten en kleine kaartjes op tafel met de gekleurde afbeelding naar boven. • Omschrijf een voorwerp welke op een van de kleine lottokaartjes staat.
stapel gelegd en is de volgende speler aan de beurt. • De eerste speler die zijn grote kaart(en) vol heeft, is de winnaar. • Als de spelers de kaart(en) vol hebben, mogen de kaartjes worden omgedraaid om te kijken of de kaartjes de juiste kleur hebben. SPEL 7 Kleuren memo lotto • Iedere speler krijgt een grote lottokaart. • Leg de kleine lottokaartjes met de silhouetzijde naar boven uitgespreid op de tafel.
SPEL 10 Rijmspel • Kies een wagonpuzzelstuk met een letter, bijvoorbeeld: Dolfijn. • Laat je kind een woord zoeken welke eindigt op de klank “ijn”. Voorbeeld: gordijn, konijn, rozijn, Enz. SPEL 11 Woordjesspel (voor oudere kinderen) • Alle letters liggen op tafel, met de letterzijde naar boven. • Laat je kind met de letters eenvoudige woordjes neerleggen. Voorbeeld: BAL NEST BUS RAT KAT KOE… Samen spelen SPEL 12 Letter lotto • Iedere speler krijgt een aantal wagonkaarten.
• Als een speler een letter omdraait welke niet bij zijn wagonkaart hoort, wordt deze letter weer met de letterzijde naar beneden gelegd en is de volgende speler aan de beurt. • De eerste speler die zijn wagonkaarten vol heeft, is de winnaar. SPEL 15 Letter raden (voor oudere kinderen) • Leg de letters op een stapel met de letterzijde naar beneden (groene zijde naar boven). • Iedere speler neemt een letter van de stapel.
• Je kind maakt de mandjes compleet door de punten en hoeveelheden met elkaar te verbinden. • Laat je kind daarna de dieren ‘te eten geven’: 1 koe eet 1 bloem, 2 ezels eten 2 wortels, 3 varkens eten 3 bieten, 4 eenden eten 4 vissen, 5 kuikentjes eten 5 korenaren. Spelvariant: Start met de cijfer puzzelstukken (onderkant) van de mandjes. SPEL 18 Volg het voorbeeld • Leg de dierenfiches op tafel, met de afbeelding naar boven.
Het spel De jongste speler draait een dobbelsteenfiche naar keuze om en zet zijn pion in de richting van de pijl even veel stappen naar voren als het aantal ogen op de fiche (als je op een vakje komt waar al een pion staat, mag je doorgaan naar het volgende vrije vakje). De betekenis van de verschillende symbolen op het spelbord: Kom je op een vakje met cijfer 1, dan mag je een dierenfiche naar keuze omdraaien. Toon de afbeeldingen aan je medespeler(s). Heb je dat dier nodig, dan leg je het dier op je erf.