Operation Manual

Biometrisch Identificatiesystem
Art. nr.: ..BIS 50..
Zodra de groene LED continu gaat branden, dezelfde vinger een
tweede keer over de sensor trekken.
De gele en de groene LED knipperen ca. 2 seconden.
Zodra de groene LED continu gaat branden, dezelfde vinger een
derde keer over de sensor trekken.
De groene en de gele LED knipperen, de rode en LED brandt.
De eerste mastervinger is opgeslagen. Ter bevestiging brandt de
groene LED 3 seconden.
rode gele groene
Alle LEDs knipperen en het toestel wacht op de tweede mastervinger.
De tweede en de derde mastervinger op dezelfde wijze in het
geheugen vastleggen.
Na het vastleggen van de derde mastervinger schakelt het toestel
in de opslagmodus. Alle LEDs branden. De eerste gebruikersvinger
is opgeslagen.
L Wordt er binnen de volgende 30 seconden geen vinger over de sensor
getrokken, schakelt het toestel in de stand normaal bedrijf.
L Bij een pauze van meer dan 10 seconden wordt de opslagprocedure
afgebroken.
L Dient op een later tijdstip een andere vinger dan de mastervinger te
worden opgeslagen, moet het gehele geheugen worden gewist (Alle
vingers wissen).
4.2. Gebruikersvinger opslaan
Afb. 5: Overzicht Gebruiksvingers opslaan
Dient aan personen toegang te worden verleend, moet minimaal één
gebruikersvinger zijn opgeslagen. Het toestel moet in de opslagmodus
staan en de nieuwe gebruikersvinger dient drie keer over de sensor te
worden getrokken. Het beste scanresultaat wordt opgeslagen.
L Indien er geen mastervinger meer aanwezig is, kan geen beheer met
het toestel worden uitgevoerd. Het toestel moet dan naar de fabriek
worden teruggezonden.
Mastervinger over de sensor trekken
De gele LED brandt, de rode en gele LED knipperen.
rode gele groene
5