Operation Manual

Biometrisch Identificatiesystem
Art. nr.: ..BIS 50..
Mastervinger opnieuw over de sensor trekken.
Alle LEDs branden. Het toestel staat in de opslagmodus.
rode gele groene
Nieuwe gebruikersvinger over de sensor trekken
De gele en de groene LED knipperen ca. 2 seconden.
Zodra de groene LED continu gaat branden, dezelfde
gebruikersvinger een tweede keer over de sensor trekken.
De gele en de groene LED knipperen ca. 2 seconden.
Zodra de groene LED continu gaat branden, dezelfde vinger een
derde keer over de sensor trekken.
De groene LED knipperen, de rode en gele LED branden.
rode gele groene
Gedurende de volgende 10 seconden moet de mastervinger
opnieuw over de sensor worden getrokken, om de gebruikersvinger
op te slaan.
De gebruikersvinger is opgeslagen. Ter bevestiging knipperen de
gele en de groene LED twee keer.
Het toestel staat nog steeds in de opslagmodus en alle LEDs
branden. Er kan een volgende gebruikersvinger worden vastgelegd.
L Wordt er binnen de volgende 30 seconden geen vinger over de sensor
getrokken, schakelt het toestel in de stand normaal bedrijf.
L Wordt een vinger tijdens het opslaan niet goed genoeg gescand,
knippert de rode LED en de vinger moet dan opnieuw over de sensor
worden getrokken.
rode gele groene
L Bij een pauze van meer dan 10 seconden wordt de opslagprocedure
afgebroken.
L Het toestel kan maximaal 50 gebruikersvingers beheren. Worden er
meer vingerafdrukken opgeslagen, start de opslagprocedure niet. Alle
LEDs branden.
L Voor een overzicht van het aantal geprogrammeerde
geheugenplaatsen dient met behulp van de volgende tabel een lijst te
worden te worden gemaakt. Het kan nuttig zijn een twee vinger van
een persoon op te slaan, om in geval van een vuile of gewonde vinger
nog toch toegang te hebben.
6