Operation Manual
48
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■ Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■ Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Uw nieuwe oven
Hier maakt u kennis met uw nieuwe oven. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Bedieningspaneel
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Functie- en temperatuurkeuzeknop
Met de functie- en temperatuurkeuzeknop kunt u de wijze van
verwarmen en de temperatuur instellen.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
De ovenlamp brandt tijdens het gebruik van de oven. Met de
instelling
\ van de functie- en temperatuurkeuzeknop kunt u
de ovenlamp inschakelen zonder de oven in gebruik te nemen.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Verklaringen
1 Functie- en temperatuurkeuzeknop
Temperatuur Functie
Ú
Nulstand. Oven niet heet.
50-250 Temperatuur wordt in ºC aangege-
ven.
Functie
\
Ovenlamp
% 50-250
Boven- en onderwarmte
#
Bovenwarmte