Operation Manual

Table Of Contents
62
Uw nieuwe oven
Wij presenteren u uw nieuwe oven. In dit hoofdstuk worden de
functies van het bedieningspaneel en van de afzonderlijke
onderdelen uitgelegd. Bovendien wordt informatie gegeven
over de accessoires en de onderdelen binnenin de oven.
Bedieningspaneel
Hieronder ziet u een algemeen overzicht van het
bedieningspaneel. Op het indicatiepaneel kunnen niet alle
symbolen tegelijk getoond worden. De elementen kunnen
variëren afhankelijk van het model van het apparaat.
Draaiknoppen
Bij sommige ovens kan de draaiknop ingetrokken worden. Druk
op de draaiknop als hij op de nulstand staat om, hem vast te
zetten of uit te trekken.
Sensors
Druk de sensors niet krachtig in. Druk alleen op het
overeenkomstige symbool.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Wanneer een verhittingstype geselecteerd wordt, verschijnt op
het indicatiepaneel AA.
Sensors en indicatiepaneel
Met de sensors kunnen verschillende functies worden
afgesteld. Op het indicatiepaneel verschijnen de ingestelde
waarden.
Op het indicatiepaneel gaat het symbool branden dat
overeenstemt met de tijdfunctie die in werking is.
)XQFWLHNQRS
,QGLFDWLHSDQHHO
6HQVRUV 6HQVRUV
Stand Gebruik
Û
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
J
Snel verwarmen De oven bereikt zeer snel de
geprogrammeerde temperatuur.
Hete lucht* Voor taarten en banket. Het is
mogelijk om op twee niveaus te
bakken. Een turbine, die zich in de
achterwand van de oven bevindt,
verdeelt de warmte gelijkmatig
over de oven.
%
Boven- en onder-
warmte*
Voor taarten, gegratineerde
gerechten en mager braadvlees,
bv. kalfsvlees of wild, op een
niveau. De warmte is afkomstig
van de bovenste en onderste
weerstand.
Heteluchtgrill Braden van stukken vlees, gevo-
gelte en vis. De grillweerstand en
de ventilator worden afwisselend
in- en uitgeschakeld. De turbine
zorgt ervoor dat de door de grill
afgegeven warmte rond het voed-
sel circuleert.
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
š
Grill, groot oppervlak Op de grill braden van biefstuk-
ken, worstjes, toast en vis. Het
hele oppervlak onder de grillweer-
stand wordt verwarmd.
$
Onderwarmte Konfijten, bakken en gratineren.
De warmte is afkomstig van de
onderste weerstand.
V
Zelfreiniging Automatische reiniging van de bin-
nenzijde van de oven. De oven
wordt verhit totdat het vuil ver-
dwijnt.
\
Lampje Het ovenlampje aandoen.
Sensor Functie van de sensor
p
Temperatuur Selecteer de temperatuur en het
grillniveau of de reiniging.
0
Tijdfuncties
Selecteren van de kookwekker V,
de duur van de baktijd
x, de
eindtijd
y en de tijd 0.
A
Lager Verlagen van de geprogram-
meerde waarden.
@
Hoger Verhogen van de geprogram-
meerde waarden.
Stand Gebruik
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.