Operation Manual
18
Het apparaat van buiten reinigen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd raken, dient u
zich te houden aan de opgaven in de tabel.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Binnenruimte reinigen
Attentie!
Schade aan het oppervlak! Maak geen gebruik van speciaal
voor ovens bestemde schoonmaakmiddelen.
Aanwijzingen
■ Op het email kunnen om technische redenen kleurverschillen
te zien zijn. Dit heeft geen invloed op de werking.
■ De randen van dunne platen kunnen ruw zijn. De
bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd.
Verontreiniging vermijden
Maak de binnenruimte na gebruik altijd schoon, omdat het vuil
bij later gebruik inbrandt en moeilijk kan worden verwijderd.
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk.
Gebruik zo mogelijk de functie Hete lucht
~. Bij deze functie
treedt minder vervuiling op.
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is voorzien van een laagje
zelfreinigend email. Spetters die ontstaan bij het bakken en
braden worden hiervan tijdens het gebruik van de oven
opgezogen en afgebroken.
Grotere spetters verdwijnen pas nadat de oven meerdere keren
gebruikt is.
Verkleuringen op de achterwand hebben geen invloed op de
zelfreinigende functie.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het opbrengen van een ovenreiniger. Behandel de
zelfreinigende oppervlakken nooit met ovenreiniger.
Komt er per ongeluk ovenreiniger op de zelfreinigende
oppervlakken, verwijder deze dan direct met een spons en
voldoende water.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het gebruik van schurende en zuurhoudende
reinigingsmiddelen en -hulpen!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die schurende stoffen of
zuren bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingshulpen zoals bijv. staalwol of
schuursponsjes.
Hydro clean®
Om de binnenruimte gemakkelijker schoon te kunnen maken,
is uw apparaat voorzien van de reinigingshulp hydro clean®
>. Door een automatisch gestuurde verdamping van zeepsop
lossen de vuilresten, zodat ze vervolgens gemakkelijker kunnen
worden verwijderd.
Bij sterkere verontreiniging kunt u
■ het zeepsop enige tijd voor het inschakelen van de
reinigingshulp laten inwerken
■ de vervuilde plaatsen voor het inschakelen van de
reinigingshulp met een schoonmaakmiddel inwrijven
■ de reinigingshulp na het afkoelen van de binnenruimte
herhalen
Voorbereiden en inschakelen
Hydro clean® start alleen wanneer de binnenruimte is
afgekoeld.
Wanneer na het inschakelen van hydro clean® op het
temperatuurdisplay afwisselend
• of œ en ’–verschijnen, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel hydro clean® opnieuw in.
: Risico van brand en beschadiging van oppervlakken!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat
waterdamp en als gevolg van de plotselinge
temperatuursverandering kan het email beschadigd raken.
1. Toebehoren uit de binnenruimte nemen.
2. 0,4 liter water (niet gedistilleerd) met wat schoonmaakmiddel
voorzichtig in de bodembak van de binnenruimte gieten
(Afbeelding A).
3. Apparaatdeur sluiten.
4. Hydro clean® >
Op het temperatuurdisplay verschijnt ’–. Na afloop van de
reinigingshulp wordt de ovenverlichting ingeschakeld. Er
klinkt een signaal.
5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen.
Apparaatonderdeel/
Oppervlak
Reinigingsmiddel/-hulp
Roestvrijstalen
oppervlakken
Schoonmaakmiddelen met een zachte,
vochtige doek of zeem opbrengen; met
een zachte doek nadrogen. Gebruik bij
sterke vervuiling een reinigingsmiddel
voor gematteerd roestvrij staal.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de deur Glasreinigings- of schoonmaakmiddelen
met een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen.
De binnenste deurruit van de apparaat-
deur heeft een coating die een lichte uit-
straling kan hebben.
Apparaatonder-
deel
Reinigingsmiddel/-hulp
Emaillen vlakken
(glad oppervlak)
Schoonmaakmiddelen of azijnwater met
een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen. Ingebrande voedselresten met een
vochtige doek en schoonmaakmiddel los-
weken. De binnenruimte na het schoon-
maken open laten om te drogen.
Bij sterke verontreiniging adviseren wij
het gebruik van een ovenreiniger. Bij het
schoonmaken met ovenreiniger dient u
zich te houden aan de opgaven van de
fabrikant.
Zelfreinigende
oppervlakken
(ruw oppervlak)
Houd u aan de aanwijzingen in het hoofd-
stuk: Zelfreinigende oppervlakken
Deurdichting Warm zeepsop
Inhangroosters Warm zeepsop:
laten weken en reinigen met een schoon-
maakdoekje of borstel.
Toebehoren Weken in warm zeepsop. Met borstel en
spons schoonmaken of in de vaatwasma-
chine reinigen.
$ %