$IZDVDXWRPDDW QO *HEUXLNVDDQZLM]LQJ
5HVHW VHF $%& 6WDUW 5HVHW VHF 3URJUDP
nl Inhoudsopgave 8 Bestemming van het apparaat - Serviesgoed .................. 4 ( Veiligheids- voorschriften .... 4 Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het afvoeren van het apparaat . 7 Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . .5 .
nl Bestemming van het apparaat Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . Einde van het programma . . . . . . Onderbreken van het programma Afbreken van het programma . . . . Wijzigen van het programma . . . . Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . 2 Reinigen en onderhouden Algemene toestand van de machine. . . . . . . . . . Onthardingszout en glansspoelmiddel . . . . . Zeven . . . . . . . . . . . . . . Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . 24 . 24 . 25 . 25 . 25 .
Veiligheidsvoorschriften Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.
nl Veiligheidsvoorschriften Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 92 van de afwasautomaat. Als de elektrische aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden. Om gevaren te voorkomen, dient men deze aan te schaffen via de klantenservice.
Veiligheidsvoorschriften Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. (Zie Elektrische aansluiting) Bij sommige modellen: In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen. Dagelijks gebruik Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
nl Veiligheidsvoorschriften m Waarschuwing Verwondingsgevaar! Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen. Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek* leggen. Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Let er bij vrijstaande apparaten op dat de korven niet overladen zijn.
Milieubescherming Let op dat kinderen niet in de tab-opvangschaal 12 grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken. Let er bij een op een hoge plaats ingebouwd apparaat op dat er bij het openen en sluiten van de deur geen kinderen klem komen te zitten of bekneld raken tussen de apparaatdeur en de onderliggende kastdeur. Kinderen kunnen zich opsluiten in het apparaat (verstikkingsgevaar) of in een andere gevaarlijke situatie terechtkomen.
nl Kennismaking met het apparaat Binnenkant van het apparaat * Kennismaking met het apparaat ngm sK kianie them te De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Instellen De hoeveelheid zout is op 4 standen instelbaar, afhankelijk van de hardheid van het water. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties (zie de tabel). De in de fabriek ingestelde stand is: 1. 1. Vraag de hardheidsgraad van het water. Informeer bij het waterleidingbedrijf. 2. De stand vindt u in de tabel voor de waterhardheid. 3. Deur openen. 4. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. nl 5.
nl Glansspoelmiddel Gebruik van onthardingszout Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen. 1. De schroefdop van het voorraadreservoir 1J eraf draaien. 2. Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik). 3. Hierna onthardingszout bijvullen (geen keukenzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
Glansspoelmiddel 1. Het voorraadreservoir 1j openen door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen. 2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten. PD[ 3. Deksel sluiten tot u een klik hoort. 4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen. nl Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen De hoeveelheid glansspoelmiddel is op 4 standen instelbaar.
nl Serviesgoed Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen Schade aan glas en serviesgoed Als de glansspoelmiddelindicatie )" stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld. Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen” beschreven en stel in op stand 0. Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel )" bijvullen uitgeschakeld. Oorzaken: glassoort en fabricagewijze van het glas.
Serviesgoed Uitruimen Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het serviesgoed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen. Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken. nl Aanwijzing Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 12 staan.
nl Serviesgoed Tip Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat. Tip Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Serviesgoed Messenrek * nl Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant Mes enrek * Afhankelijk van het model Lange messen en andere lange voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd worden. 1. De bovenste servieskorf 1" uittrekken. 2. Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
nl Afwasmiddel Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen 1. De bovenste servieskorf 1" uittrekken. 2. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen. Aanwijzing Neem voor een goed afwasresultaat altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht! Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel. m Waarschuwing – Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
Afwasmiddel 2. Deksel van het bakje omhoog schuiven tot de sluiting hoorbaar vastklikt. Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost, het tablet valt in de tab-opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost. Tip Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
nl Afwasmiddel Aanwijzingen Optimale afwas- en droogresultaten bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel. Bij korte programma’s kunnen tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Programma-overzicht nl / Programma-overzicht htcm iazogrm ovePr-a In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
nl Extra functies Ï IntensiveZone Programmakeuze (IntensiefZone) * IntensiveZone(IntensiefZone) Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken. Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd.
Apparaat bedienen Inschakelen van het apparaat 1 Apparaat bedienen taA rpa Programmagegevens De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Deze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde 2 van de waterhardheid . Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water of de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
nl Apparaat bedienen Optische indicatie tijdens het programmaverloop * Optischeindicatietijdenshetprogram averlo p * afhankelijk van het model Tijdens het programmaverloop verschijnt een lichtpunt op de vloer onder de deur van het apparaat. Deur van het apparaat pas dan openen als de lichtpunt op de vloer niet meer te zien is. Bij inbouw in een hoge kast met afsluitend meubelfront in één lijn is het lichtpunt niet te zien.
Apparaat bedienen Onderbreken van het programma 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. De indicatielampjes gaan uit. Het programma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen. 3.
nl Reinigen en onderhouden 2 Reinigen en onderhouden ngeniR ie ne Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Algemene toestand van de machine Spoelruimte controleren op kalkaanslag en vetresten. Als u zulke aanslag aantreft: afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Reinigen en onderhouden nl Zeven Sproeiarmen De zeven 1R zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef. 1. Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. 2. Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
nl Wat te doen bij storingen? 3. De onderste sproeiarm 1B naar boven eraf trekken. 3 Wat te doen bij storingen? W ta et noed jbi De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen. 4.
Wat te doen bij storingen? Afvoerpomp Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef. nl 6. Schoepenrad controleren op vreemde voorwerpen en deze eventueel verwijderen. 7. Afdekking weer op de oorspronkelijk positie aanbrengen en omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
nl Wat te doen bij storingen? Storingentabel Storing Indicatie „Watertoevoer controleren” )2 brandt. Oorzaak Watertoevoerslang geknikt. Kraan dicht. Kraan verstopt of verkalkt. Zeef aan de kraan verstopt. Zeven 1R vuil of verstopt. Waterafvoerslang verstopt of geknikt. Sifonaansluiting is nog dicht. Indicatie „Watertoevoer controleren” )2 knippert. 30 Oplossing Watertoevoerslang zonder knikken verleggen. Kraan opendraaien. Kraan opendraaien.
Wat te doen bij storingen? Storing Bijvulindicatie voor zout )* knippert. Oorzaak Verwarmingselement verkalkt of vuil. Indicaties knipperen. Deur niet geheel gesloten. Bijvulindicatie voor zout )* en/of glansspoelmiddel )" brandt. Glansspoelmiddel ontbreekt. Het zout ontbreekt. Sensor herkent de zouttabletten niet. Bijvulindicatie uitgeschakeld. Bijvulindicatie voor zout )* en/of glansspoelmiddel )" brandt niet. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Serviesgoed niet droog. Kunststofserviesgoed niet droog. Bestek niet droog. Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen. 32 Oorzaak Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Een programma zonder drogen gekozen. Waterophoping in het serviesgoed en bestek. Oplossing Glansspoelmiddel bijvullen. Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet Andere combireiniger met beter droogvermogen gebruiken.
Wat te doen bij storingen? Storing Etensresten op het serviesgoed. Oorzaak Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Zeven 1R vuil. Zeef 1R onjuist aangebracht en/of niet vastgezet. Te zwak afwasprogramma gekozen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Reinigingsmiddelresten Watervlekken op kunststofdelen. Oorzaak Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet. Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
Wat te doen bij storingen? Storing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed. Oorzaak Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l). 3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief. Te lage dosering van het reinigingsmiddel.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Verkleuring van de kunststof onderdelen in de binnenruimte van het apparaat. Verkleuring op kunststofdelen. Oorzaak Kunststof onderdelen in de binnenruimte kunnen tijdens de levensduur van de afwasautomaat verkleuren. Te lage spoeltemperatuur. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Te veel glansspoelmiddel.
Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd Het apparaat start niet.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Oorzaak Deur niet geheel gesloten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de Afhankelijk van de huisinstallatie, vulventielen. daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Servicedienst 4 Servicedienst tnsediecviS re 5 Plaatsen en aansluiten nestaP l Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
nl Plaatsen en aansluiten Aflevering Plaatsing Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
nl Plaatsen en aansluiten Demontage Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht. 1. Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen. 2. Kraan dichtdraaien. 3. Afvoer- en drinkwateraansluiting losmaken. 4. Bevestigingsschroeven van de meubeldelen losdraaien. 5. De plint – indien aanwezig – demonteren. 6. Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken. Transport Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten. Het apparaat in de volgende stappen legen: 1.
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â $WWHQWLH .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
%6+ +DXVJHUlWH 9HUWULHEV *PE+ &DUO :HU\ 6WUDH 0QFKHQ '(876&+/$1' *9000814721* 9000814721 nl (9509) 440EV