Operation Manual

21
11. INGEBRUIKNAME
Let erop de primaire ingang en uitgang van de
boiler meerdere malen te ontluchten met de
ontluchters (8.2). Daarbij mag de circulatiepomp
niet draaien.
Controleer alle dichtingen en koppelingen van de
installatie.
Controleer de dichtheid van de
reinigingsopening van de boiler.
Fig. 50
11.1 Vullen van de installatie
Vul de CV-installatie (zie technische en praktische voorschriften van de gasketel).
Voor het vullen van de boiler:
Spoel de leidingen, met uitzondering van de boiler.
Vul de boiler langs de veiligheidsgroep (terwijl een warmwateraftappunt geopend is, tot er water uit komt).
11.2 Doorstroombegrenzing
Regel het debiet via de kraan van de veiligheidsgroep.
Om de capaciteit van de boiler optimaal te benutten en een vroegtijdige menging te vermijden, raden wij U aan de
koudwatertoevoer naar de boiler tot de volgende hoeveelheden te beperken:
- EBU 80-1 10 l/min
- EBU 120-1 12 l/min
- EBU 200-1 18 l/min
11.3 Nota voor de installateur
Na de ingebruikname:
de gebruiker op de hoogte brengen van de bediening en de werking van de boiler,
zijn aandacht vestigen op de controle van de veiligheidsgroep,
dit document overhandigen.
11.4 Ingebruikname van de boiler in combinatie met de vloerketels EHLE
Zet de gasketel in werking.
Stel de sanitaire temperatuur in (zie handleiding van de gasketel).
11.4.1 Regeling van de sanitaire warmwatertemperatuur
Druk gedurende 3 seconden op de regelknop.
Het display van de ketel knippert en toont de warmwatertemperatuur.
Elke impuls (+ of -) verhoogt of verlaagt de vertrektemperatuur met C.
Het regelbereik gaat van 10 tot 70°C. Wij raden U aan geen lagere temperatuur dan 50°C in te stellen.
Daardoor kan de warmwaterbereiding onvoldoende zijn en bestaat er kans op besmetting door de
legionellabacterie.
OPMERKING!!!
Tijdens het warmwatertappen daalt de temperatuur van de boiler met ongeveer C vooraleer de gasketel de boiler
opnieuw begint op te warmen.