Operation Manual

11. INGEBRUIKNAME
Let erop de primaire ingang en uitgang van de boiler
meerdere malen te ontluchten met de ontluchters (8).
Daarbij mag de circulatiepomp niet draaien.
Controleer alle dichtingen en koppelingen van de
installatie.
Controleer de dichtheid van de reinigingsopening
van de boiler.
Fig. 50
11.1 Bescherming tegen corrosie
De kuip en de warmtewisselaar zijn vervaardigd in inox 316 L.
De magnesiumanode biedt een extra bescherming, vooral wanneer het sanitaire water erg agressief zou zijn (sterk
chloorhoudend).
Afhankelijk van de verkalkinggraad moet de anode (minstens om de 2 jaar) nagekeken en eventueel vervangen
worden. Een eerste controle moet na 1 jaar gebruik gebeuren.
Een sterke aantasting - vooral aan de bovenkant - van de anode, maakt een onmiddellijke vervanging noodzakelijk.
Bij de montage van de nieuwe anode dient men erop te letten dat een elektrisch geleidende verbinding (in metaal)
aar de kuip gewaarborgd is. n
Waarschuwing: Verwaarlozing van de anode kan tot voortijdige corrosieschade leiden.
11.2 Vullen van de installatie
V
ul de CV-installatie (zie technische en praktische voorschriften van de gasketel).
f Voor het vullen van de boiler:
Spoel de leidingen, met uitzondering van de boiler.
f Vul de boiler langs de veiligheidsgroep (terwijl een warmwateraftappunt geopend is, tot er water uit komt).
11.3 Doorstroombegrenzing
Regel het debiet via de kraan van de veiligheidsgroep.
Om de capaciteit van de boiler optimaal te benutten en een vroegtijdige menging te vermijden, raden wij U aan de
koudwatertoevoer naar de boiler tot de volgende hoeveelheden te beperken:
- EBU 80 10 l/min
- EBU 120 12 l/min
- EBU 200 18 l/min
11.4 Nota voor de installateur
Na de ingebruikname:
de gebruiker op de hoogte brengen van de bediening en de werking van de boiler,
zijn aandacht vestigen op de controle van de veiligheidsgroep en van de beschermingsanode,
dit document overhandigen.
11.5 Ingebruikname van de boiler in combinatie met de vloerketels EHLE
f Zet de gasketel in werking.
f Stel de sanitaire temperatuur in (zie handleiding van de gasketel).
11.5.1 Regeling van de sanitaire warmwatertemperatuur
f Druk gedurende 3 seconden op de regelknop.
Het display van de ketel knippert en toont de warmwatertemperatuur.
f Elke impuls (+ of -) verhoogt of verlaagt de vertrektemperatuur met 1°C.
Het regelbereik gaat van 10 tot 70°C. Wij raden U aan geen lagere temperatuur dan 50°C in te stellen.
Daardoor kan de warmwaterbereiding onvoldoende zijn en bestaat er kans op besmetting door de
legionellabacterie.
OPMERKING!!!
Tijdens het warmwatertappen daalt de temperatuur van de boiler met ongeveer 8°C vooraleer de gasketel de boiler
opnieuw begint op te warmen.
21