Operation Manual

Afsluitende werkzaamheden
6 720 648 961 (2011/05) BE
40
10 Afsluitende werkzaamheden
10.1 Controleer de installatie
Controlewerkzaamheden:
10.2 Aansluitingen en leidingen isoleren
B Leidingen in het gehele zonnesysteem conform
de voorschriften isoleren.
B Leidingen buiten isoleren met UV-, weer- en hogetem-
peratuurbestendig materiaal (150 °C).
B Leidingen binnen isoleren met hogetemperatuurbes-
tendig materiaal (150 °C).
B Isolatie indien nodig beschermen tegen vogelvraat.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door corrosie!
Wanneer waterresten na het spoelen of de
druktest langere tijd in het zonnesysteem
blijven staan, kan corrosie ontstaan.
B Zonnesysteem direct na de druktest
(Æ handleiding zonnestation) met
solarvloeistof in bedrijf stellen.
Wanneer u de uitgevoerde controlewerk-
zaamheden heeft uitgevoerd, de isolatie-
werkzaamheden uitvoeren.
1. Profielrails met collectorsteunen verbon-
den en schroeven aangetrokken?
2. Wegglijborgingen gemonteerd?
3. Collectorspanners gemonteerd en
schroeven aangetrokken?
4. Zonneslangen geborgd met veerklemrin-
gen (borgring aangetrokken)?
5. Collectorsensor tot aan de aanslag inge-
schoven?
6. Druktest uitgevoerd en alle aansluitingen
op lekdichtheid gecontroleerd (zie hand-
leiding zonnestation)?
Tab. 21
Wanneer u de ontluchting van het zonnesys-
teem met een automatische ontluchter (toe-
behoren) uitvoert, dan moet u na het
ontluchten de kogelkraan sluiten (Æ hand-
leiding zonnestation).
De inbedrijfstelling van het zonnesysteem
wordt volgens de specificaties van de instal-
latie- en onderhoudshandleiding van het
zonnestation uitgevoerd.