Operation Manual

Voor de montage
6 720 648 961 (2011/05) BE
12
5 Voor de montage
5.1 Algemene aanwijzingen
B Verzamel informatie over de bouwkundige omstandig-
heden en de lokale voorschriften.
B Collectoren optimaal op het dak opstellen. Hierbij in
het bijzonder op het volgende letten:
Collectorveld zo mogelijk naar het zuiden uitrichten
(Æ afb. 10).
Collectorveld zodanig uitrichten dat het in lijn ligt
met ramen, deuren, enz. (Æ afb. 10).
Mogelijke beschaduwing vermijden
(Æ afbeeldingen 11, 19 en 20).
Hoogteverspringingen vermijden (Æ afb. 13).
Hydraulische aansluiting op de leiding respecteren
(Æ hoofdstuk 9).
Respecteer de benodigde ruimte op het dak
(Æ hoofdstuk 5.4).
Afb. 10
B Voorkom beschaduwing van het collectorveld door
andere gebouwen, bomen, andere collectorrijen enz.
Afb. 11
Zonnestation niet onder collectorveld
In bepaalde gevallen kan het zonnestation [1] niet onder
het collectorveld worden gemonteerd (bijv. bij dakver-
warmingscentrales).
Om bij deze installaties oververhitting te voorkomen,
met de aanvoer een "sifon" vormen:
B Aanvoer eerst tot de hoogte van de collectorretour-
aansluiting [2] installeren. Daarna tot aan het zonne-
station leggen.
Afb. 12
WAARSCHUWING: Wanneer de collector
en het montagemateriaal langere tijd aan
zonnestralen zijn blootgesteld, dan bestaat
gevaar voor verbranding aan deze onderde-
len!
B Persoonlijke beschermingsuitrusting dra-
gen.
B Collector en montagemateriaal tegen di-
recte zonnestralen beschermen.
Aangezien dakdekkersbedrijven ervaring
hebben met dakwerkzaamheden en gevaren
door vallen, raden wij een samenwerking
met deze bedrijven aan.
N
S
WO
6720647803-44.1T
6720647803-45.1T
6720640298-61.1ST
2
1