Operation Manual
Montage van de collectorsteunen
6 720 648 961 (2011/05) BE
25
6.3 Collectorsteunen op het platte dak
monteren
De volgende gegevens hebben betrekking op één collec-
tor. Uitgangspunt is EN 1991 Eurocode 1.
3 typen montage zijn mogelijk:
• Voetverankering (lokale bevestiging)
• Verzwaringsbakken (met betonplaten, kiezel e.d.)
• Kabelbeveiliging met verzwaringsbakken
OPMERKING: Schade aan het dak door ver-
keerd type stabilisatie!
B Respecteer de stabiliteit van het dak bij
de keuze van het soort stabilisatie.
OPMERKING: Schade aan het dak en de col-
lectoren door onvoldoende bevestiging bij
schuine daken!
B Bij schuine daken de collectorsteunen lo-
kaal goed bevestigen.
OPMERKING: Daklekkage door beschadi-
ging van de dakhuid!
B Plaats standaard bouwbeschermings-
matten ter bescherming van de dakhuid.
B Profielen, collectorsteunen en ander
montagemateriaal alleen op bouwbe-
schermingsmatten plaatsen.
Bij gebruik van verzwaringsbakken met kie-
zel is per collector en maximaal gewicht van
320 kg mogelijk.
De waarden in de volgende tabel hebben be-
trekking op de stabilisatie van een collector.
B Respecteer de afstanden en het aantal
van de collectorsteunen afhankelijk van
de uitvoering.
Snelheids-
druk q
Voetverankering
Verzwaring
zonder kabel
zekering
Verzwaring
met kabelzekering
Windsnelheid
Aantal en soort
schroeven
1)
1) Per collectorsteun
Gewicht in
verzwaringsbak
Gewicht in
verzwaringsbak
Kabeltrek-
kracht
0,50 kN/m² 102 km/h 2x M8/8.8 278 kg 180 kg 2,0 kN
0,80 kN/m² 129 km/h 2x M8/8.8 481 kg 320 kg 3,0 kN
1,10 kN/m²
2)
2) Extra profielrails alleen voor extra sneeuwbelasting nodig.
151 km/h 3x M8/8.8 695 kg 450 kg 4,0 kN
Tab. 16 Stabilisatie van een collector