Operation Manual
Hydraulische aansluiting
6 720 648 961 (2011/05) BE
39
9.3.1 Ontluchter monteren
B Korte zonneslang [1] met veerklemring [2] op de col-
lectoraansluiting schuiven.
B Zonneslang en sensorkabel door het dak leiden.
B Zonneslang voor de retour op dezelfde wijze monte-
ren.
B Flexibel R ¾ met O-ring [3] en dubbele nippel [5] in
de luchtpot schroeven.
B Flexibel R¾ [3] tot aan de aanslag in de zonneslang
schuiven en met veerklemring [2] borgen.
B Leiding [7] in de klemringkoppeling 18 mm steken en
de koppeling vastdraaien.
Afb. 65
1 Zonneslang 55 mm
2 Veerklemring
3 Slangnippel
4 Ontluchterset
5 Dubbele nippel G¾ met O-ring
6 Klemring en wartelmoer (uit de aansluitset nemen)
7 Leiding
9.4 Aansluitset voor 2 rijen monteren
(toebehoren)
Voor de verbinding van 2 collectorrijen heeft u een twee-
de aansluitset nodig (Æ hoofdstuk 2.8.2, pagina 9).
9.4.1 Aansluitset monteren
B Extra zonneslang met blindplug [2] monteren en met
veerklemring [1] borgen, Æ hoofdstuk 8.1.1,
pagina 9.
Afb. 66
B Haakse nippel op collectoraansluitingen aansluiten
(Æ hoofdstuk 9.2.1, pagina 38).
B Afstand tussen de collectorrijen meten en leiding op
deze maat inkorten.
B Breng op de montageplaats de verbinding [1] tussen
de collectorrijen met koperleiding tot stand.
Afb. 67
6720647803-41.1T
12 2
3
4
5
7
6
27
30
6720640298-27.1ST
1 2
6720647803-42.1T
1