Operation Manual

Fig. 18
Hydraulische aansluiting omgewisseld
Raccordement hydraulique alterné
6.1.1 Hydraulische aansluiting
De panelen moeten zo gemonteerd worden, dat de
voelerhuls bovenaan ligt (fig. 17, pos. 1).
6.1.1 Raccord hydraulique
Les capteurs doivent être montés de façon que la
douille de la sonde soit en haut (fig. 17, pos. 1).
INSTALLATIETIP
De leidingen voor de hydraulische aansluiting
kunnen zowel rechts (fig. 16) als links (fig. 17)
uitgevoerd worden. Verder in deze
handleiding wordt de aansluiting aan de
rechterzijde afgebeeld.
CONSEIL D’INSTALLATION
Les conduites de raccordement hydrauliques
peuvent être raccordées à droite (fig. 16) ou à
gauche (fig. 17). Plus loin dans cette notice, les
schémas illustrent des exemples de raccorde-
ments à droite.
Het leidingcircuit in het paneel vormt een dubbele
meander die twee verschillende manieren van hydrauli-
che aansluiting toelaat:
Le circuit des conduites dans le capteur forme un
méandre double permettant d’effectuer deux raccorde-
ments hydrauliques différents:
s
Raccordement simple jusqu’à maxi. 5 capteurs
Vous pouvez effectuer le raccordement simple pour un
champ de 5 capteurs au maximum (fig. 16 et 17).
Enkelzijdige aansluiting tot max. 5 panelen
De enkelzijdige aansluiting is mogelijk tot maximum 5
anelen (fig. 16 en 17).
p
Afwisselende aansluiting tot max. 10 panelen
Indien meer dan 5 panelen in serie gemonteerd worden,
moet de hydraulische aansluiting diagonaal gebeuren
fig. 18).
(
Deze vorm van aansluiting kan ook gebruikt worden
voor installaties met minder dan 6 panelen (fig. 18).
Raccordement alterné jusqu’à maxi. 10 capteurs
Si plus de 5 capteurs sont montés dans une rangée, le
raccordement hydraulique doit être effectué diagonale-
ent (fig. 18).
m
Le raccordement alterné peut également être utilisé
pour moins de 6 capteurs (fig. 18).
6.1.2 Blindstoppen monteren
Alle niet gebruikte verbindingen voor de aansluiting van
de panelenset moeten afgesloten worden.
6.1.2 Montage des bouchons
Tous les raccords n’étant pas nécessaires pour le rac-
cordement d’un champ de capteurs, il est nécessaire de
les fermer.
f
Gummikappen (transportbeveiliging) van de
paneel-aansluitingen demonteren.
f
Démontez les capuchons en caoutchouc (protec-
tion de transport) des raccords du capteur en ques-
tion.
f
Schuif de blindstop met de O-ringen (fig. 19, pos.
3) op de paneelaansluiting.
f
Glisser le bouchon avec les joints toriques (fig. 19,
pos. 3) sur le raccordement du capteur.
f
Schuif de clips (fig. 19, pos. 2) ter beveiliging van
de aansluiting over de blindstop en de paneel-
aansluiting.
f
Pour sécuriser le raccord, glisser le clips (fig. 19,
pos. 2) sur le bouchon et le raccordement du cap-
teur.
VOORZICHTIG!
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door onbeveiligde blindstoppen.
ATTENTION!
RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION
par des bouchons non-sécurisés.
f
Beveilig iedere blindstop met een clips.
f
Sécuriser chaque bouchon par un clips.
17