Operation Manual

18
Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur)
6 720 617 177 (2008/07)
4 Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur)
Voor een correcte inbedrijfstelling is het noodza-
kelijk, dat de volgende stappen in de gegeven
volgorde worden opgevolgd.
1. Codeerschakelaars op IPM 1 en IPM 2 over-
eenkomstig de specificatie in de meegelever-
de handleiding instellen.
2. Installatie inschakelen.
3. Extra kamerthermostaat FR 10 (in Duitsland
niet toegestaan) of FR 100 overeenkomstig
de specificaties in de meegeleverde handlei-
ding instellen.
4. Bij de eerste inbedrijfstelling of na een alge-
hele reset (resetten van alle instellingen)
moet u de displaytaal kiezen:
Met taal kiezen en met bevesti-
gen. (zie voor het veranderen van de taal
Æ hoofdstuk 6.4.4 op pagina 49.)
5. Indien de gangreserve is overschreden, tijd
en datum instellen:
Uren met kiezen en met beves-
tigen.
Minuten met kiezen en met be-
vestigen.
Jaar met kiezen en met bevesti-
gen.
Maand met kiezen en met be-
vestigen.
Dag met kiezen en met bevesti-
gen. (zie voor het veranderen van datum en
tijd Æ hoofdstuk 6.4.1 op pagina 49.)
6. Codering voor CV-circuit instellen (alleen
FR 100 met BUS-verbinding)
Wanneer de regelaar het CV-circuit HK
1
en
de warmwaterbereiding moet aansturen:
Codering CV circuit met de codering
1 kiezen en met bevestigen.
Wanneer de regelaar een CV-circuit HK
2...10
moet sturen:
Codering CV circuit met een code-
ring tussen 2 en 10 kiezen en met be-
vestigen.
7. Bij de eerste inbedrijfstelling start de auto-
matische systeemconfiguratie direct na het
instellen van datum en tijd:
60 seconden wachten en de getoonde in-
structies opvolgen.
Indien de automatische systeemconfigura-
tie niet vanzelf start, systeemconfiguratie
via het menu starten Æ hoofdstuk 8.2 op
pagina 58.
8. Overige instellingen aan de installatie aan-
passen, Æ hoofdstuk 6 vanaf pagina 30 en
hoofdstuk 8 vanaf pagina 54.
9. Solarinstallatie conform de documentatie van
de solarinstallatie vullen, ontluchten en voor
de inbedrijfstelling conform hoofdstuk 8.4 op
pagina 60 voorbereiden.
10. Overige instellingen aan de solarinstallatie
aanpassen, Æ hoofdstuk 8.5 vanaf pagina 60.
11. Solarsysteem in bedrijf nemen,
Æ hoofdstuk 8.5.1 op pagina 61.
De functie van de bedieningsele-
menten en de betekenis van de sym-
bolen op het display vindt u op de
pagina's 2 en 3.
Per CV-circuit mag slechts één
FR 100 of FR 10 (in Duitsland niet
toegestaan) per codering worden
toegekend.