Operation Manual

47
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 617 177 (2008/07)
6.3.5 Parameters voor warm water (alleen met
FR 110 en boiler)
Menu: Warm water > Parameter
Boilertemp. bij verwarmingsfunctie:
Dit menupunt is alleen actief, wanneer Warm
water > Warmwaterprogramma > WW prog.
gekoppeld is ingesteld (Æ pagina 40). Stel
hier de gewenste warmwatertemperatuur
voor uw boiler in.
Boilertemp. bij spaarstandfunctie:
Dit menupunt is alleen actief, wanneer Warm
water > Warmwaterprogramma > WW prog.
gekoppeld is ingesteld (Æ pagina 40). Stel
hier de gewenste reductietemperatuur voor
uw boiler in.
Warmwatervoorrang:
Dit menupunt is alleen actief, wanneer de
Configuratie warm water in de systeemconfi-
guratie op Boiler via IPM n° 3...10 is inge-
steld (Æ hoofdstuk 8.1.1 op pagina 55).
Gebruik dit menu, wanneer tijdens de boiler-
opwarming uw verwarming niet mag worden
afgeschakeld (b.v. bij gebouwen met geringe
isolatie en lage buitentemperaturen).
Voorrang: tijdens de warmwaterbereiding
wordt de verwarming uitgeschakeld. De
pompen blijven staan en de mengkleppen
worden gesloten.
Selectieve voorrang: tijdens de warmwa-
terbereiding blijven de gemengde CV-cir-
cuits verwarmen, de pompen draaien en de
mengkleppen regelen op de gewenste CV-
temperatuur. Het ongemengde CV-circuit
wordt uitgeschakeld, zodat deze niet te
heet wordt. Met Selectieve voorrang duurt
de boileropwarming langer.
Aantal schakelingen:
deze menuoptie is alleen actief wanneer een
circulatiepomp aanwezig is. De circulatie-
pomp blijft tijdens de circulatiepomp-Uit-fa-
sen staan. Tijdens de circulatiepomp-Aan-fase
definieert deze menuoptie het aantal starts
van de circulatiepomp per uur. Bij de instel-
ling:
1/h tot 6/h blijft de circulatiepomp bij iede-
re start gedurende 3 minuten in bedrijf.
7/h draait de circulatiepomp continu tij-
dens Aan.
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 34.