Operation Manual

61
Instellen van de menu's INSTALLATEURSNIVEAU (alleen voor de installateur)
6 720 617 177 (2008/07)
8.5.1 Solarsysteem in bedrijf nemen
Installateursniveau: Solarsyst. parameter
Voordat u het solarsysteem in bedrijf neemt moet
u:
B Het solarsysteem vullen en ontluchten.
B De parameters voor het solarsysteem contro-
leren en, indien nodig, op het geïnstalleerde
solarsysteem aanpassen.
Solarsysteem in gebruik nemen: gebruik deze
menuoptie voor de inbedrijfstelling van het so-
larsysteem.
Ja: solarsysteem actief. De ISM-schakeluit-
gangen zijn vrijgeschakeld voor regelbe-
drijf.
Nee: solarsysteem niet actief De ISM-scha-
keluitgangen zijn voor het regelbedrijf ge-
blokkeerd, maar kunnen wel handmatig
worden ingeschakeld.
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 56.
8.5.2 Parameters voor het standaard solarsys-
teem
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem
Gebruik dit menu, om de parameters van het so-
larsysteem in te stellen, wanneer u dit gebruikt
voor de warmwaterbereiding.
SP: Inschakel-temperatuurverschil: gebruik
deze menuoptie, om het inschakeltempera-
tuurverschil voor de solarpomp (SP) in te stel-
len.
Wanneer het verschil tussen collectortempe-
ratuur (T1) en boilertemperatuur in de solar-
boiler (T2) groter wordt dan de ingestelde
waarde, wordt de solarpomp (SP) ingescha-
keld.
SP: Uitschakel-temperatuurverschil: gebruik
deze menuoptie, om het uitschakeltempera-
tuurverschil voor de solarpomp (SP) in te stel-
len.
Wanneer het verschil tussen collectortempe-
ratuur (T1) en boilertemperatuur in de solar-
boiler (T2) onder de ingestelde waarde komt,
dan wordt de solarpomp (SP) uitgeschakeld.
T2: max. temperatuur solarboiler: gedetail-
leerde beschrijving van T2: max. temperatuur
solarboiler Æ pagina 50.
Max. temp. Solarpanelen: gebruik deze me-
nuoptie, om de maximale temperatuur aan de
collectortemperatuurvoeler (T
1
) in te stellen.
Neemt de aan de collectorvoeler (T
1
) gemeten
temperatuur toe tot boven de ingestelde
waarde, dan wordt het bedrijf van de solar-
pomp (SP) zolang geblokkeerd, tot de tempe-
ratuur weer afneemt tot onder de ingestelde
waarde.
SP : Bedrijfsstand Solarpomp col.veld 1: ge-
bruik deze menuoptie om de bedrijfsstand van
de solarpomp (SP) te kiezen:
Automatisch: automatische regelfunctie
overeenkomstig de ingestelde parameters.
Handmatig aan: schakelt de pomp perma-
nent in (b.v. voor ontluchten van de solarin-
stallatie bij inbedrijfname).
Handmatig uit: schakelt de pomp perma-
nent uit (b.v. bij onderhoudswerkzaamhe-
den aan de solarinstallatie zonder het CV-
bedrijf te onderbreken).
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 56.
Bij temperaturen hoger dan 140 °C
en syteemdruk < 4 bar verdampt de
warmtedragervloeistof in de collec-
tor. De solarpomp blijft geblokkeerd
tot de collector een temperatuur
heeft bereikt waarbij zich geen
damp meer in het solarcircuit be-
vindt.