Operation Manual

14
Installatie (alleen voor de installateur)
6 720 800 806 (2012/02)
3.2 Elektrische aansluiting
B Elektrische kabels gebruiken die minimaal aan
model H05 VV- ... (NYM-J ...) voldoen.
B Om inductieve beïnvloeding te voorkomen:
Installeer alle laagspanningsleidingen geschei-
den van leidingen met een spanning van 230 V
of 400 V (Minimumafstand 100 mm).
B Als er inductieve externe invloeden zijn, moe-
ten de leidingen worden afgeschermd.
Daardoor worden de leidingen beschermd te-
gen externe invloeden zoals sterkstroomka-
bels, voeringsleidingen,
transformatorstations, radio- en televisietoe-
stellen, amateurzendstations, magnetrons en
dergelijke.
3.2.1 BUS-verbinding aansluiten
Toegestane kabellengten van de BUS-compatibe-
le Heatronic 3 naar de regelaar:
B De regelaar op een CV-toestel met BUS-com-
patibel Heatronic 3 aansluiten.
Fig. 9 Regelaar op de BUS-compatibel Heatro-
nic 3 aangesloten.
Aansluiting via BUS-interface of
1-2-4-interface:
B Om een zo gelijkmatige radiator-
temperatuur te bereiken, de re-
gelaar via de 2-draads BUS
aansluiten.
De aanvoertemperatuur wordt
verwarmd in functie van het tem-
peratuurverschil tussen de wer-
kelijke en gewenste
kamertemperatuur. Deze behoef-
te-afhankelijke aanvoertempera-
tuurregeling wordt door langere
pompnalooptijden bereikt en
maakt een zo laag mogelijke aan-
voertemperatuur mogelijk waar-
door een energiebesparend
bedrijf wordt gerealiseerd. Dit
type regeling biedt alle instelmo-
gelijkheden en de getoonde in-
formatie.
B Om de pompnalooptijd te redu-
ceren, de regelaar via
1-2-4 interface aansluiten.
Door de vermogensregeling rea-
geert het cv-toestel snel op ka-
mertemperatuurveranderingen.
Dit type regeling reduceert het
aantal instelmogelijkheden en de
getoonde informatie.
Lengte van de kabel Doorsnede
80 m
0,40 mm
2
100 m
0,50 mm
2
150 m
0,75 mm
2
200 m
1,00 mm
2
300 m
1,50 mm
2
Tabel 3
FR 120
1
2
4
BB
6 720 800 003-03.1O
ST 19
Heatronic 3
AF
BB