Operation Manual
16
Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur)
6 720 800 806 (2012/02)
4 Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur)
Voor een correcte inbedrijfstelling is het noodza-
kelijk, dat de volgende stappen in de gegeven
volgorde worden opgevolgd.
1. Codeerschakelaars op IPM 1 en IPM 2 over-
eenkomstig de specificatie in de meegelever-
de handleiding instellen.
2. Installatie inschakelen.
3. Extra kamerthermostaat FR 10 of FR 120
overeenkomstig de specificaties in de meege-
leverde handleiding instellen.
4. Bij de eerste inbedrijfstelling of na een alge-
hele reset (resetten van alle instellingen)
moet u de displaytaal kiezen:
– Met taal kiezen en met bevesti-
gen. (zie voor het veranderen van de taal
Æ hoofdstuk 6.4.4 op pagina 38.)
5. Indien de gangreserve is overschreden, tijd
en datum instellen:
– Uren met kiezen en met beves-
tigen.
– Minuten met kiezen en met be-
vestigen.
– Jaar met kiezen en met bevesti-
gen.
– Maand met kiezen en met be-
vestigen.
– Dag met kiezen en met bevesti-
gen. (zie voor het veranderen van datum en
tijd Æ hoofdstuk 6.4.1 op pagina 38.)
6. Codering voor CV-circuit instellen (alleen
FR 120 met BUS-verbinding)
– Wanneer de regelaar het CV-circuit HK
1
en
de warmwaterbereiding moet aansturen:
Codering CV circuit met de codering
1 kiezen en met bevestigen.
– Wanneer de regelaar een CV-circuit HK
2...10
moet sturen:
Codering CV circuit met een code-
ring tussen 2 en 10 kiezen en met be-
vestigen.
7. Bij de eerste inbedrijfstelling start de auto-
matische systeemconfiguratie direct na het
instellen van datum en tijd:
– 60 seconden wachten en de getoonde in-
structies opvolgen.
– Indien de automatische systeemconfigura-
tie niet vanzelf start, systeemconfiguratie
via het menu starten Æ hoofdstuk 8.2 op
pagina 47.
8. Overige instellingen aan de installatie aan-
passen, Æ hoofdstuk 6 vanaf pagina 28 en
hoofdstuk 8 vanaf pagina 43.
9. Solarinstallatie conform de documentatie van
de solarinstallatie vullen, ontluchten en voor
de inbedrijfstelling conform hoofdstuk 8.4 op
pagina 49 voorbereiden.
10. Overige instellingen aan de solarinstallatie
aanpassen, Æ hoofdstuk 8.5 vanaf pagina 49.
11. Solarsysteem in bedrijf nemen,
Æ hoofdstuk 8.5.1 op pagina 50.
Per cv-circuit mag slechts een FR 10
of FR 120 per codering worden
toegekend.
De functie van de bedieningsele-
menten en de betekenis van de sym-
bolen op het display vindt u op de
pagina's 2 en 3.