Operation Manual

41
Installatie
6 720 616 621 (2008/07)
B Om inductieve invloeden te vermijden: alle
laagspanningskabels gescheiden installeren
van 230 VAC of 400 VAC kabels (min. afstand
100 mm).
B Als er inductieve externe invloeden zijn, moe-
ten de leidingen worden afgeschermd.
Daardoor worden de leidingen beschermd te-
gen externe invloeden zoals sterkstroomka-
bels, voeringsleidingen,
transformatorstations, radio- en televisietoe-
stellen, amateurzendstations, magnetrons en
dergelijke.
B Bij verlenging van de bedrading van de voeler
moeten de volgende draaddiameters worden
gebruikt:
3.2.2 Aansluiting 230 VAC
B Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelf-
de kwaliteit.
3.2.3 Functie van de stekker B, C
Lengte van de
kabel
Minimale doorsnede
< 20 m
0,75 mm
2
20 - 30 m
1,00 mm
2
Tabel 11 Verlenging van de voelerkabel
I.v.m. de spatwaterbescherming
(IPX4D): kabel zo leggen, dat de
kabelmantel ten minste 20 mm in
de kabeldoorvoer steekt (Æ
afb. 8,
pagina 56).
Voorzichtig: Gevaar voor ompolen.
Functiestoring door omgepoolde
aansluiting op de 0 - 10V-aanslui-
ting.
B Let op correcte aansluiting van
de polen (23 = minus, 24 = plus).
Voorzichtig: De ingang van de IGM-
module heeft geen zekering.
Bij overbelasting van de uitgangen
kunnen de IGM-modules bescha
-
digd raken.
B Beveilig de voedingsspanning
naar de module IGM met een
zekering van maximaal 16 A.
B Uitgang C (extern toestel) van
de module IGM mag met maxi-
maal 500 W worden belast.
Stekker Klem Functie
B 8-12 stoorsignaal van extern CV-toestel.
B 9-12 vlamsignaal van extern CV-toestel.
B 10-11 warmtevraag aan extern CV-toestel.
C 15-16 veiligheidstemperatuurbegrenzer (bij gebruik van stekker B als branderstekker)
C 15-16 2-puntsregeling of steekbrug [5] (stekker B mag niet als branderstekker worden
gebruikt, omdat er geen veiligheidsfuncties mogelijk zijn!)
Tabel 12