Operation Manual

Installatie
Supraeco A SAS – 6 720 805 043 (2013/03)
18
6.9.2 Bivalente boiler voor gebruik van zonne-energie
Een bivalente boiler voor zonne-energie is als toebehoren leverbaar.
Handleidingen voor de installatie en het gebruik worden met de boiler
meegeleverd.
6.10 3-wegklep (toebehoren)
Systeemoplossing met boiler ( hoofdstuk 8.4) vereist een 3-wegklep
(E21.Q21).
Afb. 26 Doorstroomrichting 3-wegklep
[A] Naar boiler
[B] Naar cv-systeem (bufferboiler)
[AB] Van ASB/ASE-module
Bij de tapwatervoorziening is het contact gesloten en poort A is geopend
( afb. 27)
Afb. 27
In geval van verwarmen is het contact geopend en poort B geopend. (
afb. 28)
Afb. 28
De 3-wegomschakelklep heeft een Molex-steekverbinder. Op de Molex-
connector zijn alleen de klemmen 2, 6 en 3 bezet. ( afb. 29)
Afb. 29
6.11 Isolatie
Alle warmtetransporterende leidingen moeten van een geschikte warm-
te-isolatie conform de geldende voorschriften worden voorzien.
Bij koelbedrijf moeten alle aansluitingen en leidingen conform de gel-
dende voorschriften van een voor koeling geschikte isolatie worden
voorzien.
6.12 Montage van de temperatuurvoeler (sensor)
6.12.1 Aanvoervoeler T1
De voeler wordt samen met de ASB/ASE-module geleverd.
Sluit de aanvoertemperatuurvoeler E11.T1 op de klem T1 op de print-
plaat IOB-A van de schakelkast aan. De temperatuurvoeler wordt op
de bufferboiler aangebracht. ( afb. 54)
6.12.2 Buitentemperatuurvoeler T2
De kabel naar de buitentemperatuurvoeler moet aan de volgende mini-
male eisen voldoen:
Kabeldiameter: 0,5 mm2
Weerstand: max 50 ohm/km
Aantal aders: 2
Voeler aan de koudste zijde van het huis monteren (normaal gespro-
ken de noordzijde). voeler beschermen tegen direct zonlicht, tocht
enz. Voeler niet direct onder het dak monteren.
6.12.3 Kamertemperatuurvoeler T5
Wanneer de kamertemperatuurvoeler is aangesloten en met het sy-
steem verbonden, dan wordt deze bij de voorconfiguratie automatisch
bevestigd.
Eisen aan de montageplaats:
Zo mogelijk een binnenmuur zonder tocht of warmtestraling.
Houd het gearceerde oppervlak vrij ( afb. 30) zodat de kamerlucht
onder de kamertemperatuurvoeler T5 ongehinderd kan circuleren.
6 720 617 643-06.1I
6 720 641 553-06.1I
6 720 641 553-07.1I
Wanneer de kabel naar de buitentemperatuurvoeler lan-
ger is dan 15 m, dan moet een afgeschermde kabel wor-
den gebruikt. De afgeschermde kabel moet in de
binneneenheid worden geaard. De maximale lengte voor
een afgeschermde kabel is 50 m.
Slechts één kamertemperatuurvoeler kan de tempera-
tuurregeling voor het betreffende cv-circuit beïnvloe-
den.
6 720 617 643-10.2I
2
6
3
L
N
Y