Operation Manual

6 720 614 151 (2013/06 BL-NL)
28
9.11 Vorstbeveiliging
9.11.1 Vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie
Verwarming in bedrijf laten met de temperatuurregelaar
minstens in stand 1.
Bij uitgeschakelde verwarming:
Het CV-water bijvullen met het antivriesmiddel (zie hoofdstuk 7.6).
Ledig het warmwatercircuit.
Fig. 36
9.11.2 Vorstbeveiliging van de boiler (indien aangesloten)
De gasketel niet uitschakelen.
Temperatuurinstelknop tot linkeraanslag draaien.
De vorstbeveiliging wordt geactiveerd wanneer de temperatuur van
de boiler onder 10°C daalt.
Fig. 37
9.12 Vergrendeling van de Heatronic
Deze vergrendeling werkt voor de vertrektemperatuurregelaar CV, de
temperatuurregelaar warm water en voor alle toetsen met uitzondering
van de hoofdschakelaar, de schoorsteenvegertoets en de reset-toets.
Vergrendeling activeren:
Druk op de toets tot
afwisselend met de
vertrektemperatuur in het display verschijnt.
Vergrendeling uitschakelen:
Druk op de toets tot alleen de vertrektemperatuur in het
display aangeduid wordt.
Fig. 38