Operation Manual

6 720 614 151 (2013/06 BL-NL)
34
Pompkarakteristiek (servicefunctie 1.C)
De pompkarakteristiek geeft aan hoe de pomp in de verwarmingsfunctie geregeld wordt. De pomp schakelt daarbij zo
tussen de verschillende pompstanden dat de gekozen curve wordt aangehouden.
Een verandering van de karakteristiek is zinvol wanneer een kleinere restopvoerhoogte voldoende is voor het verzeke-
ren van de vereiste hoeveelheid circulatiewater.
Kies een lage curve wanneer u zo veel mogelijk energie wil besparen en eventuele stromingsgeluiden wil
beperken.
U kunt de pompkarakteristiek kiezen tussen:
0
Pompstand instelbaar, servicefunctie 1.d
1
Constante druk hoog
2
Constante druk middel
3
Constante druk laag
4
Proportionele druk hoog
5
Proportionele druk laag.
De fabrieksinstelling is: 2 (constante druk middel).
Fig. 42 constante druk
Fig. 43 proportionele druk
1 - 3
karakteristieken
4 - 5
karakteristieken
H
restopvoerhoogte
H
restopvoerhoogte
V
debiet
V
debiet
Stand intelligente circulatiepomp (servicefunctie 1.d)
Deze servicefunctie komt overeen met de tot dusver gebruikelijke functie ‘’Pompopvoerhoogteschakelaar’.
De stand van de pomp is alleen actief wanneer bij de pompkarakteristiek (servicefunctie 1.C) 0 is gekozen.
De fabrieksinstelling is: 7.
Fig. 44 stand intelligente circulatiepomp
2 - 7
karakteristieken
H
restopvoerhoogte
V
debiet