Operation Manual

6 720 614 151 (2013/06 BL-NL)
35
Sturing ingebouwde circulatiepomp (servicefunctie 1.E)
Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regeling, wordt automatisch op pompschakeling 4
overgeschakeld.
Verschillende pompschakelingen:
Schakelstand 00 (automatische werking, fabrieksinstelling):
De BUS-regelaar stuurt de circulatiepomp.
Schakelstand 01 (Een dergelijke bediening is ten stelligste af te raden omwille van risico op oververhitting!):
Voor installaties zonder externe regelaar. De pomp wordt door de vertrektemperatuurregelaar geschakeld. Bij
warmtevraag start de pomp samen met de brander.
Schakelstand 02:
Voor installaties met kamerthermostaat aangesloten aan de klemmen 1, 2 en 4 (24 V).
Schakelstand 03:
De circulatiepomp draait continu (uitzonderingen: zie handleiding van de regelaar).
Schakelstand 04:
Intelligente uitschakeling van de circulatiepomp bij installaties met weersafhankelijke regeling. De pomp wordt enkel
ingeschakeld wanneer het nodig is.
Maximum vertrektemperatuur instellen (servicefunctie 2.b)
De maximale vertrektemperatuur kan tussen 35 en 88°C ingesteld worden.
De fabrieksinstelling is 88.
Ontluchtingsfunctie (servicefunctie 2.C)
Wanneer U het toestel voor het eerst inschakelt, wordt de ontluchtingsfunctie eenmalig uitgevoerd. De
verwarmingspomp wordt in intervallen in- en uitgeschakeld. Dit duurt ongeveer 4 minuten. In het display
wordt afwisselend en de vertrektemperatuur weergegeven.
Na onderhoudswerkzaamheden kan de ontluchtingsfunctie ingeschakeld worden.
Mogelijke instellingen:
00
de ontluchtingsfunctie is uitgeschakeld,
01
de ontluchtingsfunctie is ingeschakeld en wordt na afloop automatisch op 00 teruggezet,
02
de ontluchtingsfunctie is continu ingeschakeld en wordt niet automatisch op 00 teruggezet.
De fabrieksinstelling is 01.
Thermische desinfectie (servicefunctie 2.d enkel voor ketel ZSB met boiler)
Wanneer deze servicefunctie ingeschakeld is, wordt het warm water constant tot ongeveer 75°C verwarmd wanneer
de temperatuurinstelknop warm water volledig naar rechts gedraaid is.
Waarschuwing: verbrandingsgevaar!
Voer een thermische desinfectie alleen buiten de normale gebruikstijden uit.
Na de thermische desinfectie koelt de boiler slechts langzaam af. De uitlooptemperatuur kan dan hoger
zijn dan de ingestelde temperatuur.
Mogelijke instellingen:
00
de thermische desinfectie is uitgeschakeld
01
de thermische desinfectie is ingeschakeld
De fabrieksinstelling is 00 (thermische desinfectie uitgeschakeld).
Bedrijfsstand (servicefunctie 2.F)
Met deze functie kunt u de werking van de ketel tijdelijk veranderen.
Mogelijke instellingen:
00
normale werking: de ketel werkt volgens de verwarmingsregelaar.
01
de ketel werkt gedurende 15 minuten met minimaal vermogen. In het display wordt afwisselend
en de
vertrektemperatuur weergegeven. Na 15 minuten schakelt de ketel over op normale werking.
02
de ketel werkt gedurende 15 minuten met maximaal vermogen. In het display wordt afwisselend
en de
vertrektemperatuur weergegeven. Na 15 minuten schakelt de ketel over op normale werking.
De fabrieksinstelling is 00.