Operation Manual

6 720 614 151 (2013/06 BL-NL)
49
14.11 Condenswatersifon reinigen
Draai de schroef los en verwijder de condenswatersifon.
Controleer de opening naar de warmtewisselaar op door-
gang.
Reinig de condenswatersifon.
Controleer de slang voor het condensatiewater.
Indien nodig deze slang reinigen.
Vul de condenswatersifon met ongeveer 1/4 liter water en
monteer hem weer.
Fig. 59
14.12 Membraan in de mengkamer
Voorzichtig
: Bij het demonteren en monteren van
het membraan (2) dit niet beschadigen!
Mengkamer (1) losdraaien.
Membraan (2) op vervuiling en scheurtjes controleren.
Mengkamer (1) terug monteren.
Fig. 60
14.13 Overdrukventiel
Het overdrukventiel beschermt de verwarmingsinstallatie tegen
mogelijke overdruk. Het ventiel zo afgesteld dat het opent
wanneer de druk in het verwarmingscircuit
ongeveer 3 bar
bereikt.
Voorzichtig:
Het overdrukventiel NOOIT afsluiten.
De slang steeds afhellend monteren.
Om het overdrukventiel manueel te openen:
Hendel indrukken. (eventueel met een schroevendraaier)
Vervolgens hendel loslaten.
Fig. 61