Operation Manual

6 720 646 955 (2010/11 BL-NL)
18
8. INSTALLATIE
Gevaar: Voor explosies!
De gaskraan sluiten vooraleer werken aan gasvoerende delen uit te voeren.
Doe een dichtheidscontrole na werken aan gasvoerende delen.
Algemeen
Deze ketel dient door een bevoegde installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de
geldende nationale en plaatselijke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de
officiële instanties of bij SERVICO nv.
Belangrijk
Plaats de ketel op een plat en stabiel vlak. Met de regelbare voetjes kan U de ketel waterpas zetten.
Let erop de volgende minimumafstanden te voorzien:
tussen ketel en plafond 30 cm
rondom de ketel 10 cm
De ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
Om corrosie te vermijden mag de verse lucht voor de ketel geen agressieve dampen bevatten.
Ketels op vloeibaar gas: aangezien vloeibaar gas zwaarder is dan lucht, moeten deze ketels en de leidingen steeds in
ruimten met een benedenverluchting boven de begane grond, geplaatst worden.
De ketel moet in overeenstemming met de voorschriften van het A.R.E.I. geïnstalleerd worden.
De ketel is IPX 4 D gekeurd.
In geen geval de ketel tegen een wand uit brandbaar materiaal plaatsen.
Brandbare stoffen moeten vuurwerend bekleed worden.
De maximale omgevingstemperatuur van de installatieruimte bedraagt 50°C.
De maximale temperatuur van de buitenmantel ligt onder de 85°C, zodat er behalve voor omkastingen (zie fig. 7) geen
speciale voorzorgsmaatregelen moeten genomen worden.
8.1 Installatie in een kast
Voorzie volgende minimumafstanden:
A =
B =
C =
30 cm tot het plafond
10 cm aan de voorzijde van de ketel
40 cm aan de kant van de gas- en
wateraansluitingen van de ketel
(aan de andere zijde van de ketel bedraagt
de minimumafstand dan 10 cm)
Fig. 7