Operation Manual
6 720 646 955 (2010/11 BL-NL)
38
11.4 In-/Uitschakelen
Inschakelen
Hoofdschakelaar inschakelen.
Het controlelampje brandt blauw en in het display verschijnt de
vertrektemperatuur.
De ketel wordt eenmalig ontlucht wanneer hij voor het
eerst ingeschakeld wordt. De verwarmingspomp wordt in
intervallen in- en uitgeschakeld zonder dat de ketel
opspringt. Dit duurt ongeveer 4 minuten. In het display
wordt
afwisselend met de vertrektemperatuur
weergegeven.
Open de automatische ontluchter (9) sluit deze weer na het
ontluchten.
Fig. 54
Wanneer in het display in afwisseling met de
vertrektemperatuur verschijnt, blijft de ketel gedurende
15 minuten op het kleinste verwarmingsvermogen
werken.
Uitschakelen
Hoofdschakelaar uitschakelen. Het controlelampje dooft.
Let op de vorstbeveiliging (zie paragraaf 11.12) wanneer U de ketel voor langere tijd uitschakelt.
De ketel is uitgerust met een bescherming tegen vastlopen van de CV-pomp en van de boilerlaadpomp bij
langere stilstandperiodes. Indien de ketel uitgeschakeld is, is deze bescherming gedeactiveerd.
11.5 Verwarming inschakelen
De vertrektemperatuur kan tussen 35 en 90°C ingesteld worden.
De vertrektemperatuur wordt in het display aangeduid.
Let op de maximum toegelaten vertrektemperatuur bij
vloerverwarming.
Temperatuurregelaar verwarming verdraaien, om de
vertrektemperatuur van de verwarmingsinstallatie aan te
passen.
Fig. 55
Wanneer de brander in bedrijf is, brandt het controlelampje
groen
.
stand vertrektemperatuurregelaar vertrektemperatuur gebruik
1 ongeveer 35°C
2 ongeveer 43°C
3 ongeveer 50°C vloerverwarming
4 ongeveer 60°C
5 ongeveer 67°C
6 ongeveer 75°C
verwarming met radiatoren
max ongeveer 88°C verwarming met convectoren
11.6 Temperatuurregeling
Raadpleeg de voorschriften van de regelapparatuur.
Hierin vindt U hoe:
U de werking en de stookcurve van de
weersafhankelijke regelaar kunt instellen,
U de kamerthermostaten kunt instellen,
U economisch kunt verwarmen en energie kunt
besparen.
Fig. 56