Operation Manual
6 720 646 955 (2010/11 BL-NL)
55
15.6.1 O
2
- of CO
2
- metingen in de verseluchttoevoer
Met een O
2
- of CO
2
-meting in de verseluchttoevoer kan bij een rookgasafvoersysteem volgens C
13
, C
33
,
C
33S
en C
43
de dichtheid van de rookgasafvoer gecontroleerd worden. De O
2
-waarde mag niet onder de
20,6 % zijn. De CO
2
-waarde mag de 0,2 % niet overschrijden.
Gebruik een geijkt elektronisch analysetoestel voor de meting.
Kies met de schoorsteenvegertoets = maximum ingesteld nominaal vermogen.
Afdekschroef van meetnippel voor verseluchttoevoer (1) afschroeven.
Voeler van meetapparatuur in de meetnippel doorvoeren en meetopening afdichten.
Nu kunnen de O
2
- en CO
2
-waarden van de verseluchttoevoer gemeten worden.
Na de meting de afdekschroef weer monteren.
15.6.2 CO- en CO
2
- waarde in de rookgasafvoer meten
Gebruik een geijkt elektronisch analysetoestel voor de meting.
Kies met de schoorsteenvegertoets = maximum ingesteld nominaal vermogen.
Afdekschroef van meetnippel voor rookgasafvoer (2) afschroeven.
Voeler van meetapparatuur in de meetnippel doorvoeren en meetopening afdichten.
Meet de CO-waarde.
Druk meermaals op de schoorsteenvegertoets tot hij niet meer oplicht.
Het display toont de vertrektemperatuur.
Na de meting de afdekschroef weer monteren.
15.7 Laatste foutmelding oproepen (servicefunctie 6.A)
Kies servicefunctie 6.A. (zie blz. 49)
U vindt een overzicht van de storingen op blz. 66 – 68.
15.8 Platenwarmtewisselaar demonteren / vervangen
Bij onvoldoend uitstroomdebiet:
Demonteer de platenwarmtewisselaar en vervang hem.
- of -
Ontkalk met een ontkalkingmiddel dat geschikt is voor
roestvrij staal. (af te raden omwille van tijdverlies en
efficiëntie)
Demontage van de platenwarmtewisselaar
Schroef de platenwarmtewisselaar los.
Monteer een nieuwe platenwarmtewisselaar en gebruik
daarbij nieuwe dichtingen.
Fig. 75