Operation Manual

6 720 646 955 (2010/11 BL-NL)
66
17.2 Storingen die in het display getoond worden
Display Korte omschrijving Wat te doen
A5
Boiler-NTC 2 defect.
Controleer boiler-NTC 2 en aansluitkabel op onder-
breking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
Controleer warmwater-NTC en aansluitkabel op
onderbreking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
A7
Warmwater-NTC defect.
Codeerstekker goed vaststeken. Indien nodig,
vervangen.
Controleer de verbindingskabel van de BUS-
deelnemers.
A8
CAN-communicatie onderbroken.
Controleer de regelaar.
Ad
Boiler-NTC 1 defect.
Controleer boiler-NTC 1 en aansluitkabel op onder-
breking of kortsluiting.
b1
Codeerstekker wordt niet herkend.
Steek de codeerstekker goed vast, meet deze en
vervang indien nodig.
b2/b3/b4/
b5/b6
Interne gegevensfout.
Reset de Heatronic naar de basisinstelling
(servicefunctie 8.E).
C6
Extractor draait niet.
Controleer extractor, kabel en stekker en vervang
indien nodig.
Controleer buitentemperatuurvoeler en aansluitkabel
op onderbreking. Indien nodig, vervangen.
CC
Buitentemperatuurvoeler niet herkend.
Sluit de buitentemperatuurvoeler correct aan de
klemmen A en F aan.
d1
Retourtemperatuurvoeler defect.
Controleer retourtemperatuurvoeler en aansluitkabel op
onderbreking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
Temperatuurbegrenzer TB 1 defect.
Controleer temperatuurvoeler en aansluitkabel op
onderbreking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
Externe temperatuurbegrenzer heeft
uitgeschakeld.
Temperatuurbegrenzer TB 1 heeft uitgeschakeld. De
brug 8 – 9 of de brug PR – PO ontbreekt.
d3
Temperatuurbegrenzer vergrendeld.
Temperatuurbegrenzer ontgrendelen.
Controleer temperatuurvoeler en aansluitkabel op
onderbreking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
Controleren of er slechts 1 temperatuurvoeler
aangesloten is. Anders de tweede temperatuurvoeler
verwijderen.
d5
Externe temperatuurbegrenzer defect.
(evenwichtsfles)
Externe vertrekvoeler werd als
busdeelnemer herkend, losgemaakt en op
een andere plaats aangesloten.
Reset de Heatronic naar de basisinstelling
(servicefunctie 8.E). De IPM 1 of IPM 2 naar de
basisinstelling resetten en de automatische
systeemconfiguratie uitvoeren met de thermostaat.
E2
Vertrek-NTC defect.
Controleer vertrek-NTC en aansluitkabel op
onderbreking of kortsluiting. Indien nodig, vervangen.
Controleer temperatuurbegrenzer in warmtewisselaar
en aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting. Indien
nodig, vervangen.
Controleer temperatuurbegrenzer rookgassen en
aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting. Indien
nodig, vervangen.
Controleer de installatiedruk.
Controleer temperatuurbegrenzers. Indien nodig,
vervangen.
Controleer het lopen van de pomp. Indien nodig,
vervangen.
Controleer de zekering op de printplaat. Indien nodig,
vervangen.
Ontlucht de ketel.
Controleer de warmtewisselaar waterzijdig. Indien
nodig, vervangen.
E9
Temperatuurbegrenzer in warmtewisselaar
of temperatuurbegrenzer rookgassen heeft
uitgeschakeld.
Bij ketel TOP 14/400-3 ZBS: controleer of de
warmteverspreiders ingebouwd zijn.