Operation Manual
6 720 646 955 (2010/11 BL-NL)
68
17.3 Storingen die niet in het display getoond worden
Storing Wat te doen
Te veel verbrandingsgeluid. De ketel bromt.
Codeerstekker goed vaststeken. Indien nodig,
vervangen.
Controleer de gassoort.
Controleer de gasaansluitdruk.
Controleer de rookgasafvoer. Eventueel reinigen of
verbeteren.
Controleer de verhouding gas/lucht (CO
2
) in de
verbrandingslucht en in de rookgassen. Indien nodig de
gasblok vervangen.
Stromingsgeluiden.
Schakelstand van de pomp correct instellen en
aanpassen in overeenstemming met het
maximumvermogen van de ketel.
Het opwarmen duurt te lang.
Schakelstand van de pomp correct instellen en
aanpassen in overeenstemming met het
maximumvermogen van de ketel.
Controleer de gassoort.
Controleer de gasaansluitdruk.
Controleer de rookgasafvoer. Eventueel reinigen of
verbeteren.
Rookgaswaarden niet in orde;
CO-waarde te hoog.
Controleer de verhouding gas/lucht (CO
2
) in de
rookgassen. Indien nodig de gasblok vervangen.
Controleer de gassoort.
Controleer de gasaansluitdruk.
Controleer de netaansluiting.
Controleer elektrodenset. Indien nodig, vervangen.
Controleer de rookgasafvoer. Eventueel reinigen of
verbeteren.
Controleer de verhouding gas/lucht (CO
2
). Indien nodig
de gasblok vervangen.
De ontsteking is te hard of te slecht.
Controleer de brander. Indien nodig, vervangen.
Start de thermische desinfectie van de
warmwaterkring.
Het warm water heeft een slechte reuk of een donkere
kleur.
Vervang de anode.
Schakel het automatisch antipendelprogramma uit (de
waarde op 0 zetten).
De ingestelde vertrektemperatuur (bv. met de regelaar
FW 500) wordt overschreden.
Benodigde antipendelblokkering instellen (bv.
fabrieksinstelling 3 minuten).
Condensaat in de mengkamer.
Het membraan in de mengkamer correct monteren.
Indien nodig, vervangen.
De Heatronic knippert (alle toetsen, alle segmenten van
het display, de controlelamp van de brander, enz.
knipperen).
Vervang de zekering Si 3 (24 V).