Operation Manual

Montage van de klembeugels
Vacuümbuiscollector VK140-1, VK280-1 – 6 720 802 100 (2012/02)
11
6.2 Monteren van klembeugels bij daken met dakpannen
B Overeenkomstig de afstanden (Æ pagina 10) in het gebied van de
spanten 2 - 3 dakpannen uit een rij verwijderen.
Positionering van de klembeugel:
De klembeugel moet in het dal van de dakpan liggen.
De klembeugel moet direct boven de daaronder liggende dakpan
uittreden, maar deze mag de pan niet aanraken.
B Markeer de positie van de klembeugel op het dak.
B Klembeugel [1] op de spanten plaatsen en voor de bevestiging met de
schroeven [3] voorboren met een boor 6 mm.
B Gebruik indien nodig de meegeleverde houten onderlegstukken [5]
om de hoogte te compenseren (9 mm voorboren).
B In het gebied van de klembeugel de regenranden en de profileringen
van de dakpan [2, 4] en voorzichtig verwijderen.
B Klembeugel met 3 schroeven 8 x 120 mm [3] op de spanten schroe-
ven. Gebruik een sleutel SW13.
B Pan weer plaatsen.
Afb. 21 Klembeugel bij dak met dakpannen
[1] Klembeugel
[2] Bovenste dakpan
[3] Schroeven 8 x 120 mm
[4] Onderste dakpan
[5] Houten onderlegstuk 100 x 150 x 8 mm
OPMERKING: Het dak is niet dicht voor stuifsneeuw in
het gebied van de klembeugel.
B Wanneer er een grotere spleet overblijft tussen de bo-
venste en onderste dakpan, dan moet deze spleet met
UV-bestendige afdichtingsband worden afgesloten.
6720646203-07.1ST
1.
3.
2.
2
4
3
1
5
13
6
9