Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur CERAPUR 6 720 804 853-00.2TT Gascondensatieketel 6 720 807 248 (2013/05) BE ZSB 14-4C... ZSB 24-4C... ZWB 30-4C...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . 4 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2 Gegevens betreffende het product . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.1 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.2 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 14 Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 14.1 Laatste opgeslagen storing oproepen . . . . . . . . . . . . . 38 14.2 Warmtewisselaar controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 14.3 Controleer de elektroden en reinig de warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 14.4 Condensaatsifon reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 14.
Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwing Veiligheidsaanwijzingen in de tekst worden aangegeven met een veiligheidsdriehoek. Signaalwoorden voor een waarschuwingsaanwijzing geven bovendien de soort en de ernst van de gevolgen aan, wanneer de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet aangehouden worden.
Gegevens betreffende het product 2 Gegevens betreffende het product 2.1 Leveringsomvang 2.4 Type-overzicht ZSB-ketels zijn gascondensatieketels met geïntegreerde cv-pomp en 3-wegklep voor de aansluiting van een boiler. 1 2 3 ZWB-ketel zijn gascondensatieketels met geïntegreerde cv-pomp, 3-wegklep en platenwarmtewisselaar voor verwarming en warmwatervoorziening volgens het doorstroomprincipe.
Gegevens betreffende het product 2.5 Afmetingen 100 440 100 Ø125 B 1 Ø80 A 2 K 5,2 % S 85 775 852 840 850 C 338 5 200 350 3 45 165 30 4 6 720 808 253-01.1O Afb.
Gegevens betreffende het product 2.6 Ketelopbouw 16 17 15 14 18 19 13 12 11 20 21 10 9 22 8 7 23 6 5 24 4 25 26 27 28 3 29 2 1 30 31 32 33 6 720 808 253-03.1O Afb.
Gegevens betreffende het product 2.7 Bedradingsschema FR FS LR LR 230V 230V IN OUT N EMS L N L L N N L N Fuse 5AF L 2 3 1 4 N N L1 N L2 6 4 14 13 11 12 10 4 15 9 8 6 5 4 7 6 720 804 853-02.2O Afb.
Gegevens betreffende het product 2.
Gegevens betreffende het product Warmtevermogen/-belasting Algemeen Voordruk expansievat Totale inhoud expansievat Hoeveelheid cv-water Toegestane omgevingstemperatuur: Energie-efficiency-index (EEI) cv-pomp EMC-grenswaardeklasse Geluidsniveau Afmetingen en gewicht Gewicht (zonder verpakking) Afmetingen B × H × T Eenheid Aardgas (G20) ZSB 14-4C Aardgas (G25) Propaan (G31) Aardgas (G20) ZSB 24-4C Aardgas (G25) Propaan (G31) bar l l °C – – dB(A) 0,75 12 7,0 0 - 50 0,23 B 36 0,75 12 7,0 0 - 50
Gegevens betreffende het product Warmtevermogen/-belasting Warm water Warmwatertemperatuur Maximale inlaattemperatuur koud water Maximale toegestane warmwaterdruk Minimale stroomdruk Specifiek debiet conform EN 625 (D) (T = 30 K) Max.
Voorschriften 3 Voorschriften 3.1 Normen, voorschriften en richtlijnen Neem voor de montage en de werking van de installatie de plaatselijke normen en richtlijnen in acht! De installateur en/of eigenaar van de installatie moeten er voor zorgen, dat de gehele installatie voldoet aan de geldende (veiligheids-) voorschriften, die zijn opgenomen in de volgende tabel.
Rookgasafvoer 4 Rookgasafvoer 4.1 Toegelaten rookgastoebehoren De rookgastoebehoren zijn onderdeel van de CE-toelating van de ketel. Daarom mogen alleen de genoemde originele rookgastoebehoren worden gemonteerd. • Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 60/100 mm • Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 80/125 mm • Rookgastoebehoren parallelle buis Ø 80 mm De benamingen en bestelnummers van de onderdelen van deze originele rookgastoebehoren zijn opgenomen in de algemene catalogus. 4.
Rookgasafvoer 4.2.3 Verticale rookgasafvoer A Uitbreiding met rookgastoebehoren De rookgastoebehoren “luchttoevoer-/rookgasafvoersysteem verticaal ”kan met de rookgastoebehoren “concentrische buis, concentrische bocht” (15 ° - 90 °) of “testopening ”worden uitgebreid. Rookgasafvoer op het dak Conform NBN B61-002 is een afstand van 0,4 m tussen de uitmonding van de rookgastoebehoren en het dakoppervlak voldoende.
Rookgasafvoer 4.3 Lengten rookgasafvoerbuis 4.3.1 Toegestane lengten rookgasafvoerbuis In bochten is het drukverlies groter dan in rechte buis. Daarom wordt daar een equivalente lengte aan toegekend, die groter is dan de fysische lengte. Daarom mogen de rookgasafvoerbuizen niet langer zijn dan een bepaalde lengte, om een veilige afvoer naar de atmosfeer te waarborgen. Deze lengte is de maximale, equivalente buislengte Lequiv,max.
Rookgasafvoer Rookgasafvoer conform CEN LS LS 4.3.2 1 1 LW LW 6 720 612 662-04.4TT Afb. 8 6 720 612 667-05.5O Afb. 10 Rookgasafvoer in schacht conform B33 Rookgasafvoer in schacht conform B23 Met de 90 °-bochten op de ketel en in de schacht is in de maximale lengten rekening gehouden. [1] Met de 90 °-bochten op de ketel en in de schacht is in de maximale lengten rekening gehouden.
LS LS Rookgasafvoer 1 1 LW LW 6 720 612 662-17.5TT 6 720 612 662-09.5TT Afb. 14 Rookgasafvoer in schacht conform C93 [1] Met de 90 °-bochten op de ketel en in de schacht is in de maximale lengten rekening gehouden. [1] Met de 90 °-bochten op de ketel en in de schacht is in de maximale lengten rekening gehouden. Ls Lw Verticale rookgasafvoerbuislengte Horizontale rookgasafvoerbuislengte Ls Lw Verticale rookgasafvoerbuislengte Horizontale rookgasafvoerbuislengte LS LS Afb.
LS LS Rookgasafvoer 1 LW 6 720 612 662-22.1O Afb. 16 Rookgasafvoer verticaal conform C33 Ls 6 720 612 662-12.6TT Afb. 18 Rookgasafvoersysteem op de gevel conform C53 Verticale rookgasafvoerbuislengte [1] Met de 90 °-bochten op de ketel en op de gevel is in de maximale lengten rekening gehouden. Ls Lw Verticale rookgasafvoerbuislengte Horizontale rookgasafvoerbuislengte LW 1 ≥ 2,5 m LS 1 5,2 % 1 6 720 612 662-25.1O LW Afb.
Rookgasafvoer 4.3.
Rookgasafvoer 4.3.4 Voorbeeld: rookgasafvoersysteem conform C93 Bepaling van de lengten van de rookgasafvoer bij collectieve rookgasafvoer GEVAAR: Vergiftigingsgevaar door rookgassen! Bij een collectieve rookgasafvoer van rookgasafvoersystemen kunnen bij niet geschikte bestaande ketels tijdens de stilstandtijden rookgassen ontsnappen. Ø 200 ▶ Alleen voor collectieve rookgasafvoer toegelaten cvketels op een gemeenschappelijk rookgasafvoersysteem aansluiten.
Installatie CV-wateradditieven 5 Installatie Afdichtingsmiddelen in cv-water kunnen afzettingen in de warmtewisselaar veroorzaken. Wij adviseren daarom dergelijke middelen niet te gebruiken. GEVAAR: Explosiegevaar door gas! Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken. ▶ Sluit de gaskraan voordat werkzaamheden aan gasvoerende delen worden uitgevoerd. ▶ Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen.
Installatie 5.4 Ketelmontage voorbereiden Ophangen ketel Om de montage van de leidingen te vergemakkelijken adviseren wij het gebruik van een montageplaat. Andere informatie over deze toebehoren vindt u in onze algemene catalogus. ▶ Verpakking verwijderen, daarbij de instructies op de verpakking respecteren. ▶ Montageplaat monteren (toebehoren). ▶ Bevestig het montagesjabloon (meegeleverd) aan de wand. ▶ Maak de boringen. ▶ Montagesjablonen verwijderen.
Elektrische aansluiting Sifon monteren De sifon (toebehoren nr. 432, bestelnummer 7 719 000 763) voert ontsnappend water en het condens af. ▶ Afvoer maken van corrosiebestendige materialen (ATV-A 251). ▶ Afvoer direct op een aansluiting DN 40 monteren. ▶ Slangen onder afschot installeren. 6 Elektrische aansluiting 6.1 Algemene aanwijzingen GEVAAR: Levensgevaar door elektrocutie! Aanraken van de onderdelen die onder spanning staan kan een elektrische schok veroorzaken.
Elektrische aansluiting 6.3 Verwarmingsregelaar FW... intern monteren 1. Verwijder de schroeven. 2. Afdekking afnemen. 6.4 Sluit de externe toebehoren aan 1. Verwijder de schroeven. 2. Afdekking afnemen. 1. 6 720 804 853-15.2TT 2. 2. 3x 1. 6 720 804 853-16.2TT Afb. 30 Verwijderen afdekking ▶ Voor spatwaterbescherming (IP) de trekontlasting passend voor de diameter van de kabel afsnijden. Afb. 28 Verwijderen afdekking 1. Trek de afdekking naar boven toe uit. 2. Plaats de verwarmingsregelaar.
Elektrische aansluiting Symbool Functie Aan/uit-temperatuurregelaar (potentiaalvrij, uitleveringstoestand overbrugd) EMS Beschrijving Respecteer de nationale bepalingen. ▶ ▶ Externe verwarmingsregelaar/externe ▶ module met 2-draads BUS ▶ Extern schakelcontact, potentiaalvrij (bijvoorbeeld temperatuurbewaking voor vloerverwarming, bij uitlevering overbrugd) Verwijder de brug. Sluit de aan-/uit-temperatuurregelaar aan. Sluit de communicatiekabel aan.
In bedrijf nemen 7.2 7 In bedrijf nemen 7.1 Voor de inbedrijfstelling Displaymeldingen en bedieningselementen 1 2 15 14 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING: Schade aan de ketel door watergebrek! Inbedrijfstelling zonder water zal schade aan de ketel veroorzaken. ▶ Gebruik de cv-installatie alleen met water gevuld. ▶ Voordruk van het expansievat instellen op de statische hoogte van de cv-installatie ( pagina 21). ▶ Radiatorkranen openen. ▶ Open de cv-aanvoerkraan [1] en de cv-retourkraan [5].
In bedrijf nemen 1 2 3 4 5 6 7 °F min 2 ok 1 0 e min 10 14 13 12 11 ZSB-ketels 4 0 max 7.5.1 3 bar Om een bacteriële verontreiniging van het warm water door bijvoorbeeld legionella te voorkomen, adviseren wij de warmwatertemperatuur in te stellen op minimaal 55 °C. I max 9 8 6 720 804 854-04.2TT °C Eco Warmwatertemperatuur instellen ▶ Warmwatertemperatuur op warmwatertemperatuurregelaar [9] instellen. De ingestelde temperatuur knippert op het display. eco reset 7.
Buitenbedrijfstelling 7.6 CV-regeling De sturing Heatronic 4i beschikt over een geïntegreerde weersafhankelijke regeling voor een ongemengd cv-circuit. De regeling verloopt via de parameters: • stooklijn met voet- en eindpunt • Zomerbedrijf met instelbare grenstemperatuur • Vorstbeveiliging van de installatie met instelbare grenstemperatuur VT/°C max Buitenbedrijfstelling 8.
Instellingen in het servicemenu 9.1 Sturing door de cv-ketel 9.1.1 ZSB-ketels Servicefunctie kiezen en instellen Wanneer 2 minuten lang geen toets wordt bediend, wordt de gekozen servicefunctie automatisch verlaten. ▶ Servicefunctie 2.9L inschakelen ( pagina 34). 9.1.2 ZWB-ketels ▶ Servicefunctie 2.2d inschakelen ( pagina 32). ▶ Na afronding van de thermische desinfectie: servicefunctie uitschakelen. Om de functie te onderbreken: ▶ Ketel uitschakelen en weer inschakelen.
Instellingen in het servicemenu 10.2 Weergave van informatie ▶ Druk op de servicetoets. ▶ Om de informatie weer te geven: druk op de pijltoets of . Servicefunctie i1 Actuele bedrijfstoestand i2 Bedrijfscode voor de laatste storing i3 Maximaal vrijgegeven cv-vermogen ( servicefunctie 2.1A) i4 Maximaal vrijgegeven warmwatervermogen ( servicefunctie 2.
Instellingen in het servicemenu 10.3 Menu 1: algemene instellingen ▶ Servicetoets en de ok-toets tegelijkertijd indrukken, tot Menu 1 wordt getoond. ▶ Om de keuze te bevestigen: druk op de ok-toets. ▶ Servicefunctie kiezen en instellen. Instellingen/instelbereik • 0: uitgeschakeld • 1: ingeschakeld 1.S2 Maximale temperatuur in de solarboiler • 15 … 60 … 90 °C De basisinstellingen zijn in de volgende tabel vetgedrukt weergegeven. Servicefunctie 1.
Instellingen in het servicemenu 10.4 Menu 2: ketelspecifieke instellingen ▶ Servicetoets en de ok-toets tegelijkertijd indrukken, tot Menu 1 wordt getoond. ▶ Om Menu 2 te kiezen: pijltoets. ▶ Om de keuze te bevestigen: druk op de ok-toets. ▶ Servicefunctie kiezen en instellen. De basisinstellingen zijn in de volgende tabel vetgedrukt weergegeven. Servicefunctie Instellingen/instelbereik 2.1A Maximaal vrijgegeven cv-vermogen [kW] • “Instelling in 3.3d” … “Instelling in 3.1A” • “Maximale nom.
Instellingen in het servicemenu Servicefunctie 2.2J Warmwatervoorrang 2.3b 2.3C Tijdsinterval tussen in- en weer inschakelen van de brander Instellingen/instelbereik • 0: ingeschakeld • 1: uitgeschakeld • 3 … 10 … 45 minuten Temperatuurinterval voor uit- en weer in- • 0 … 6 … 30 Kelvin schakelen van de brander. 2.3F Duur van het warmhouden • 0 … 1 … 30 minuten 2.4F Sifonvulprogramma • 0: uitgeschakeld (alleen tijdens onderhoud toegestaan).
Instellingen in het servicemenu Servicefunctie 2.5F Inspectie-interval Instellingen/instelbereik • 0: uitgeschakeld • 1 … 72 maanden 2.7A Bedrijfslampje voor branderbedrijf/sto- • 0: uitgeschakeld ring • 1: ingeschakeld 2.7b 3-wegklep in middenpositie • 0: uitgeschakeld • 1: ingeschakeld 2.7E Gebouwdroogfunctie • 0: uitgeschakeld • 1: ingeschakeld Opmerking/beperking Na afloop van deze tijdsperiode toont het display de benodigde inspectie via servicemelding H13 ( pagina 47).
Instellingen in het servicemenu 10.5 Menu 3: ketelspecifieke grenswaarden ▶ Servicetoets en de ok-toets tegelijkertijd indrukken, tot Menu 1 wordt getoond. ▶ Om Menu 3 te kiezen: pijltoets. ▶ Om de keuze te bevestigen: druk op de ok-toets. ▶ Servicefunctie kiezen en instellen. De basisinstellingen zijn in de volgende tabel vetgedrukt weergegeven. De instellingen in dit menu worden bij het herstellen van de basisinstelling niet gereset. Servicefunctie 3.
Controle van de CO2- en O2-waarden 11 Controle van de CO2- en O2-waarden Een instelling op de nominale warmtebelasting en minimale warmtebelasting conform NBN B 61-002 is niet nodig. De gas-lucht-verhouding mag alleen via een CO2 of O2-meting bij maximaal nominaal warmtevermogen en minimaal nominaal warmtevermogen, met een elektronisch meetinstrument, worden gecontroleerd. Neem in geval van een afwijking contact op met de Junkers-servicedienst.
Rookgasmeting Inbedrijfstelling buiten het toegestane drukbereik is verboden. De oorzaak bepalen en de storing wegnemen. Wanneer dit niet mogelijk is de ketel aan de gaszijde afsluiten en het gasbedrijf informeren. ▶ In schoorsteenvegerbedrijf het maximale nominale warmtevermogen instellen. ▶ Druk op de ok-toets. De cv-ketel gaat weer in normaal bedrijf. ▶ Ketel uitschakelen, gaskraan sluiten, drukmeetinstrument afnemen en schroef vastschroeven. ▶ Omkasting weer monteren. 12 Rookgasmeting 12.
Inspectie en onderhoud 14 Inspectie en onderhoud 14.1 U vindt een overzicht van de mogelijke storingen vanaf pagina 47. GEVAAR: Levensgevaar door elektrocutie! Aanraken van de onderdelen die onder spanning staan kan een elektrische schok veroorzaken. ▶ Voor werkzaamheden aan elektrische delen de voedingsspanning (230 V AC) onderbreken (zekering, vermogensautomaat) en beveiligen tegen onbedoeld herinschakelen. Laatste opgeslagen storing oproepen ▶ Servicefunctie i2 kiezen ( pagina 30). 14.
Inspectie en onderhoud 14.3 Controleer de elektroden en reinig de warmtewisselaar ▶ Neem de elektrodenset met dichting weg en controleer de elektroden op vervuiling, eventueel reinigen of vervangen. ▶ Brander eruit nemen. WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan hete delen! De modules van de warmtewisselaar kunnen ook na langere stilstand van de ketel nog heet zijn! ▶ Laat de ketel volledig afkoelen of werk met veiligheidshandschoenen.
Inspectie en onderhoud ▶ Verwijder de onderste rookgasremmer met het hefgereedschap. ▶ Met een zaklamp en een spiegel kan de warmtewisselaar worden gecontroleerd op restanten. 6 720 804 853-21.1ITL Afb. 51 Controleer de warmtewisselaar op restanten ▶ Rookgasremmers weer plaatsen. ▶ Condenssifon demonteren en een geschikte opvangbak daaronder plaatsen. ▶ Warmtewisselaar van boven met water spoelen. 6 720 613 630-01.3ITL Afb. 49 Verwijder de onderste rookgasremmer O H2 6 720 611 626-85.
Inspectie en onderhoud 14.4 Condensaatsifon reinigen 14.6 GEVAAR: Vergiftigingsgevaar door rookgassen! Bij niet gevulde condenssifon kunnen rookgassen ontsnappen. ▶ Sifonvulprogramma alleen bij onderhoud uitschakelen. ▶ Sifonvulprogramma aan het einde van het onderhoud weer inschakelen. 1. Slang op condenssifon lostrekken. 2. Trek de toevoer naar de condenssifon los. 3. Til de condenssifon zijwaarts weg en verwijder deze. ZWB-ketels: filter in koudwaterleiding en turbine controleren 1.
Inspectie en onderhoud 14.7 ZWB-ketels: platenwarmtewisselaar controleren Bij onvoldoende warmwatervermogen: ▶ Controleren filter in koudwaterleiding op vervuiling ( hoofdstuk 14.6). ▶ Ontkalk de platenwarmtewisselaar met een voor roestvrij staal (1.4401) vrijgegeven ontkalkingsmiddel. -of▶ Demonteer de platenwarmtewisselaar en vervang deze. 14.10 Automatische ontluchter demonteren ▶ Schroef de automatische ontluchter af. 6 720 804 853-24.2TT 1. Schroef verwijderen. 2. Verwijder de platenwisselaar.
Inspectie en onderhoud 14.13 Gasblok controleren ▶ Twee schroeven verwijderen en gasblok demonteren. ▶ Stekker (230 V AC) op het gasblok lostrekken. ▶ Meet de weerstand van de magneetventiel [1] en [2]. 1 2 2 3 4 1 2x 6 720 647 455-19.2 O 6 720 646 517-70.3TT Afb. 61 Meetpunten op het gasblok [1] [2] Afb. 63 Gasblok demonteren Meetpunten magneetventiel 1 (3-4) Meetpunten magneetventiel 2 (1-3) ▶ Wanneer de weerstand 0 of is: gasblok vervangen.
Inspectie en onderhoud 14.16 Sturing demonteren 1. Schroeven losmaken. 2. Druk op de klembeugels en verwijder het deksel. 1. Verwijder de schroeven. 2. Afdekking afnemen. 1. 2. 6 720 804 853-19.2TT 2. 3x Afb. 67 Verwijderen afdekking 1. ▶ Trek alle stekkers los en maak de kabelboom los. ▶ Sturing loshaken. 6 720 804 853-16.2TT Afb. 65 Verwijderen afdekking ▶ Trek alle aangesloten aansluitklemmen en bijbehorende kabeldoorvoeren naar beneden toe uit. 1. Sturing naar beneden klappen. 2.
Inspectie en onderhoud 14.17 Warmtewisselaar demonteren 1. 2. 3. 4. ▶ Aanzuigbuis en menginrichting demonteren ( afb. 45, pagina 39). ▶ Ventilator demonteren ( afb. 46, pagina 39). Verwijder de ontstekingstransformator. Rookgasafvoerbuis losmaken en naar boven schuiven. Draai de rookgasafvoerbuis naar rechts. Neem de warmtewisselaar weg. 1. Klem verwijderen. 2. Aanvoerleiding losmaken. 3. Kabel van rookgastemperatuurbegrenzer verwijderen. 3. 1. 2. 2. 4. 1. 3. 6 720 646 517-73.2TT Afb.
Inspectie en onderhoud 14.18 Checklists voor inspectie en onderhoud Datum 1 2 Laatst opgeslagen storing in sturing oproepen, servicefunctie i2 ( pagina 30). Lucht-/rookgasafvoer optisch controleren. 6 mbar Gasaansluitdruk controleren ( pagina 36). Gas-lucht-verhouding voor min./max. no- min.% max. % minale warmtevermogen controleren ( pagina 36). Controleer de gas- en waterzijdige dichtheid ( pagina 23). Warmtewisselaar controleren ( pagina 38). 7 Brander controleren ( pagina 38).
Bedrijfs- en storingsmeldingen 15 Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.1 Bedrijfsmeldingen Bedrijfsmeldingen signaleren bedrijfstoestanden tijdens normaal bedrijf. Bedrijfscode 200 201 202 203 204 208 265 268 270 275 282 283 284 305 341 342 357 358 Bedrijfsmeldingen kunnen met de servicefunctie i1 worden uitgelezen ( pagina 30). Beschrijving De ketel is in cv-bedrijf. De ketel is in warmwaterbedrijf.
Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.2.2 Blokkerende storingen Blokkerende storingen veroorzaken een tijdelijk uitschakeling van de cvinstallatie. De cv-installatie start automatisch weer op, zodra de blokkerende storing niet meer aanwezig is. Storings-code 0Y Sub-code 276 Storingscode en subcode van een blokkerende storing kunnen met servicefunctie i1 worden uitgelezen ( pagina 30).
Bedrijfs- en storingsmeldingen Storings-code EA Sub-code 229 Beschrijving Geen ionisatiesignaal tijdens het branderbedrijf. F0 290 Interne storing. F0 F7 Fd 356 328 231 Netspanning onderbroken. Verhelpen De brander start opnieuw. Mislukt de ontstekingspoging, dan wordt de blokkerende storing EA getoond, na de 4e ontstekingspoging wordt de blokkerende storing een vergrendelende storing ( storingscode EA, pagina 50) ▶ Reset-toets net zolang indrukken, tot de tekstregel Reset aangeeft.
Bedrijfs- en storingsmeldingen Storings-code Sub-code E9 224 EA 227 EA 261 F0 238 F0 F0 239 259 F0 280 F7 228 FA 306 FA Fb 364 365 9A 235 360 361 362 233 9U Beschrijving Verhelpen De temperatuurbegrenzer van de warm- ▶ Temperatuurbegrenzer de warmtewisselaar en de aansluitkabel contewisselaar of de rookgastemperatuurtroleren op onderbreking, eventueel vervangen. begrenzer is geactiveerd.
Bedrijfs- en storingsmeldingen 15.3 Storingen, die niet worden getoond Ketelstoringen Te veel verbrandingsgeluid; bromgeluiden Verhelpen ▶ Gassoort controleren. ▶ Gasaansluitdruk controleren ( pagina 36). ▶ Rookgassysteem controleren, eventueel reinigen of herstellen. ▶ Gas-lucht-verhouding controleren, eventueel corrigeren ( pagina 36). ▶ Gasblok controleren ( pagina 43), eventueel vervangen. Stromingsgeluiden ▶ Pompcapaciteit of pompcurve correct instellen en op maximaal vermogen aanpassen.
Bijlage 16 Bijlage 16.1 Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel Klant/gebruiker van de installatie: Naam, voornaam Straat, nr. Telefoon/fax Postcode, plaats Fabrikant installatie: Opdrachtnummer: (voor iedere ketel een eigen protocol invullen!) Keteltype: Serienummer: Datum van de inbedrijfstelling: Enkele ketel | Cascade, aantal ketels: ...... Opstellingsruimte: Kelder | Zolder | Overig: cm2 Ventilatieopeningen: Aantal: ......
Bijlage Gewijzigde servicefuncties: Hier de gewijzigde servicefuncties uitlezen en waarden invoeren, bijvoorbeeld servicefunctie 2.7A verandert van 00 naar 01. Sticker “Instellingen in servicemenu” ingevuld en aangebracht. CV-regeling: FW ... FR ... FB 10 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): FB 100 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): FR 10 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): FR 120 × ...... stuks, codering, cv-circuit(s): ISM 1 | ISM 2 ICM × ......
Bijlage 16.2 Samenstelling condensaat Stof Ammonium Lood Cadmium Chroom Halogeenkoolwaterstoffen Koolwaterstoffen Koper Nikkel Kwik Sulfaat Zink Tin Vanadium pH-waarde Waarde [mg/l] 1,2 0,01 0,001 0,1 0,002 0,015 0,028 0,1 0,0001 1 0,015 0,01 0,001 4,8 Buitentemperatuur [°C 10%] 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Tabel 49 ZWB 30-4: warmwatertemperatuursensor 16.4 Pompkarakteristiek H/m Tabel 46 16.
Bijlage 16.5 Instelwaarde voor cv-/tapwatervermogen 16.5.1 ZSB 14-4C.. Aardgas (G20) Verbrandingswaarde Calorische waarde Vermogen (kW) 2,9 3,5 4,2 4,9 5,6 6,3 7 7,7 8,4 9,1 9,8 10,5 11,2 12 12,7 13,4 14,1 HS(0 °C) [kWh/m3] Hi(15 °C) [kWh/m3] Belasting [kW] 3 3,6 4,3 5 5,7 6,5 7,2 7,9 8,6 9,3 10,1 10,8 11,5 12,2 13 13,7 14,4 Aardgas (G25) Gasdebiet [l/min bij tV/tR = 80/60 °C] 5 6 6 7 7 8 8 10 9 11 10 12 12 14 13 15 14 17 15 18 16 19 17 21 19 22 20 24 21 25 22 26 23 28 Tabel 50 ZSB 14-4C..
Bijlage 16.5.2 ZSB 24-4C.., ZWB 30-4C.. Aardgas (G20) Verbrandingswaarde Calorische waarde Vermogen (kW) 6,6 7,2 8,7 10,1 11,6 13,1 14,5 16 17,5 18,9 20,4 21,9 23,3 24,8 26,3 27,8 29,2 HS(0 °C) [kWh/m3] Hi(15 °C) [kWh/m3] Belasting [kW] 6,8 7,4 8,9 10,4 11,9 13,4 14,9 16,4 17,9 19,5 21 22,5 24 25,5 27 28,5 30 Aardgas (G25) Gasdebiet [l/min bij tV/tR = 80/60 °C] 11 13 12 14 14 17 17 20 19 23 22 26 24 29 27 32 29 35 31 37 34 40 36 43 39 46 41 49 44 52 46 55 48 58 Tabel 52 ZSB 24-4C.., ZWB 30-4C..
Conformiteitsverklaring 17 Conformiteitsverklaring Afb.
Trefwoordenregister Trefwoordenregister A Aanpassing gassoort ................................................ 36 Aansluiten elektrisch Ketels met aansluitkabel en netstekker.......................... 23 Toebehoren aansluiten .......................................... 24 Aanvoertemperatuur instellen ...................................... 27 Afmetingen ........................................................... 6 Afval ................................................................
Trefwoordenregister K Ketel inschakelen ................................................... 27 Ketel monteren ...................................................... 22 Ketel uitschakelen ................................................... 28 Ketelopbouw ......................................................... 7 Kiezen pompkarakteristiek .......................................... 32 L Laatste opgeslagen storing oproepen ...............................