Installation Instructions

Installatie
Cerapur – 6 720 807 248 (2013/05)
21
5 Installatie
5.1 Voorwaarden
Voor de installatie goedkeuring vragen van het gasbedrijf en de ver-
antwoordelijke schoorsteenveger.
Open cv-installaties ombouwen naar gesloten systeem.
Gebruik geen verzinkte radiatoren en leidingen om gasvorming te
voorkomen.
Gebruik de toebehoren neutralisatiesysteem NB 100 wanneer de
bouwautoriteiten een neutralisatiesysteem voorschrijven.
Bouw bij vloeibaar gas een drukregeltoestel met overstortventiel in.
Warmwateraansluiting (ZWB-ketels)
Conform de norm NBN EN 1717 en de voorschriften van Belgaqua
moet de koudwatertoevoer met een inlaatcombinatie ½ " en 7 bar ac-
tiveringsdruk zijn uitgerust. De inlaatcombinatie kan ook op afstand
worden gemonteerd, maar wel achter de laatste aftakking van de
koudwateraanvoerleiding. Voor het water dat ontsnapt vanwege de
warmte-uitzetting moet een afvoer worden voorzien.
Verwarmingen met natuurlijke circulatie
Ketel via evenwichtsfles met spui-inrichting op het aanwezige lei-
dingwerk aansluiten
Vloerverwarmingen
Respecteer de toegelaten aanvoertemperaturen voor vloerverwar-
mingen.
Gebruik in geval van kunststofleidingen zuurstofdichte leidingen.
Wanneer de kunststofleidingen niet aan deze normen voldoen, moet
een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden uitgevoerd.
Oppervlaktetemperatuur
De maximale oppervlaktetemperatuur van de ketel is lager dan 85 °C.
Conform norm NBN D 51 003 en NBN B 61 002, ..., zijn daarom geen
bijzondere beschermende maatregelen voor brandbare stoffen en in-
bouwmeubels nodig. Afwijkende lokale voorschriften respecteren.
5.2 Vul- en bijvulwater
Door niet geschikt cv-water kan de warmtewisselaar verkalken, wat tot
vroegtijdige uitval van de ketel kan leiden.
CV-wateradditieven
5.3 Grootte van het expansievat controleren
Het volgende diagram maakt een inschatting mogelijk, of het ingebouw-
de expansievat voldoende is of dat een extra expansievat nodig is (niet
voor vloerverwarming).
Voor de getoonde karakteristieken werden de volgende data aangehou-
den:
1 % watervoorraad in het expansievat of 20 % van het nominale volu-
me in het expansievat
Werkdrukverschil van de overstortventiel van 0,5 bar
De voordruk van het expansievat komt overeen met de statische in-
stallatiehoogte boven de cv-ketel.
Maximale bedrijfsdruk: 3 bar
Afb. 22 Karakteristiek van het expansievat
[I] Voordruk 0,5 bar
[II] Voordruk 0,75 bar (basisinstelling)
[III] Voordruk 1,0 bar
[IV] Voordruk 1,2 bar
[V] Voordruk 1,3 bar
A Werkgebied van het expansievat
B Extra expansievat nodig
T
V
Aanvoertemperatuur
V
A
Installatie-inhoud in liter
In grensgebied: exacte vatgrootte conform EN 12828 bepalen.
Wanneer het snijpunt rechts naast de curve ligt: extra expansievat in-
stalleren.
GEVAAR: Explosiegevaar door gas!
Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken.
Sluit de gaskraan voordat werkzaamheden aan gas-
voerende delen worden uitgevoerd.
Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamheden
aan gasvoerende onderdelen.
GEVAAR: Vergiftigingsgevaar door rookgassen!
Ontsnappend rookgas kan vergiftiging veroorzaken.
Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamheden
aan rookgasvoerende onderdelen.
Gebruik het door ons vrijgegeven systeem voor water-
ontharding.
Hardheidsbereik (mmol/l) Waterontharding
Zacht  1,5 (8,4 °dH) Niet nodig
Gemiddeld 1,5 - 2,5 (8,4 - 14 °dH) Aanbevolen
Hard 2,5 (14 °dH) Noodzakelijk
Tabel 23 Hardheidbereiken
Afdichtingsmiddelen in cv-water kunnen afzettingen in
de warmtewisselaar veroorzaken. Wij adviseren daarom
dergelijke middelen niet te gebruiken.
Antivriesmiddel concentratie
Varidos FSK 22 - 55 %
Alphi - 11 Conform de specificaties van de le-
verancier
Glythermin NF 20 - 62 %
Tabel 24 Toegestane antivriesmiddelen
Corrosiebeschermend middel concentratie
Nalco 77381 1 - 2 %
Sentinel X 100 1,1 %
Fernox Protector F1 Conform de specificaties van de le-
verancier
Tabel 25 Toegestane corrosiebeschermingsmiddelen
6 720 612 489-79.2TT
A
B
0
30
40
50
60
70
80
90
100
110
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200
V
A
/ l
T
V/°C
I
II
III
IV
V