Installation Instructions
Instellingen in het servicemenu
Cerapur – 6 720 807 248 (2013/05)
32
10.4 Menu 2: ketelspecifieke instellingen
▶ Servicetoets en de ok-toets tegelijkertijd indrukken, tot Menu 1
wordt getoond.
▶ Om Menu 2 te kiezen: pijltoets.
▶ Om de keuze te bevestigen: druk op de ok-toets.
▶ Servicefunctie kiezen en instellen.
De basisinstellingen zijn in de volgende tabel vetge-
drukt weergegeven.
Servicefunctie Instellingen/instelbereik Opmerking/beperking
2.1A Maximaal vrijgegeven cv-vermogen [kW] • “Instelling in 3.3d” … “Instelling in 3.1A”
• “Maximale nom. warmtevermogen”
Bij aardgasketels:
▶ Meten gasdebiet.
▶ Meetresultaten vergelijken met de instelta-
bellen ( pagina 55).
▶ Afwijkingen corrigeren.
2.1b Maximaal vrijgegeven warmwatervermo-
gen [kW]
• “Instelling in 3.3d” … “Instelling in 3.1b”
• “Maximale nominale warmtevermogen
warm water”
Bij aardgasketels:
▶ Meten gasdebiet.
▶ Meetresultaten vergelijken met de instelta-
bellen ( pagina 55).
▶ Afwijkingen corrigeren.
2.1C Pompkarakteristiek • 0: pompcapaciteit proportioneel met cv-ver-
mogen ( servicefuncties 2.1H en 2.1J)
• 1: constante druk 150 mbar
• 2: constante druk 200 mbar
• 3: constante druk 250 mbar
• 4: constante druk 300 mbar
▶ Lage pompkarakteristiek instellen, om zo
veel mogelijk energie te besparen en even-
tueel stromingsgeluid gering te houden
(pompkarakteristieken pagina 54).
2.1E Pompschakeltype • 4: Intelligente cv-pompuitschakeling bij cv-in-
stallaties met weersafhankelijke regelaar. De
cv-pomp wordt alleen indien nodig ingescha-
keld.
• 5: de aanvoertemperatuurregelaar schakelt
de cv-pomp. Bij warmtevraag start de cv-
pomp met de brander.
2.1F Hydraulische installatieconfiguratie • 0: Interne cv-pomp en interne 3-wegklep
• 1: Interne cv-pomp en externe 3-wegklep
• 2: interne cv-pomp en externe boilerlaad-
pomp
De instelling bepaalt, welke componenten in
het cv-systeem mogelijk zijn.
2.1H Pompvermogen bij minimaal cv-vermo-
gen
• 10 … 100 % Alleen bij pompkarakteristiek 0 beschikbaar
(servicefunctie 2.1C).
2.1J Pompvermogen bij maximaal cv-vermo-
gen
• 10 … 100 % Alleen bij pompkarakteristiek 0 beschikbaar
(servicefunctie 2.1C).
2.2A ZSB-ketels: pompblokkeertijd bij exter-
ne 3-wegklep
• 0 ... 6 × 10 seconden De interne pomp wordt geblokkeerd, tot de ex-
terne 3-wegklep de eindpositie heeft bereikt.
2.2C Ontluchtingsfunctie • 0: uitgeschakeld
• 1: eenmalig ingeschakeld
• 2: continu ingeschakeld
Na onderhoud kan de ontluchtingsfunctie wor-
den ingeschakeld.
Tijdens het ontluchten knippert het symbool
.
2.2d ZWB-ketels: thermische desinfectie • 0: uitgeschakeld
• 1: ingeschakeld
Bij te grote waterafname wordt de benodigde
temperatuur eventueel niet bereikt.
▶ Neem slechts zoveel water af, dat de warm-
watertemperatuur van 70 °C wordt bereikt.
▶ Voer de thermische desinfectie uit
( hoofdstuk 9, pagina 28).
2.2H ZSB-ketels: boiler • 0: uitgeschakeld
• 8: ingeschakeld
Bij de aansluiting van een boilertemperatuur-
sensor wordt de servicefunctie automatisch in-
geschakeld. Wanneer de ketel weer zonder
boiler moet worden gebruikt, maak dan de boi-
lertemperatuursensor los en schakel de ser-
vicefunctie uit.
Tabel 33 Menu 2