Installation Instructions

Controle van de CO2- en O2-waarden
Cerapur – 6 720 807 248 (2013/05)
36
11 Controle van de CO
2
- en O
2
-waarden
De gas-lucht-verhouding mag alleen via een CO
2
of O
2
-meting bij
maximaal nominaal warmtevermogen en minimaal nominaal warm-
tevermogen, met een elektronisch meetinstrument, worden gecon-
troleerd. Neem in geval van een afwijking contact op met de
Junkers-servicedienst.
Een afstemming op verschillende rookgastoebehoren door smoorplaten
en stuwplaten is niet nodig.
11.1 Gas-lucht-verhouding (CO
2
of O
2
) controleren
Ketel uitschakelen.
Mantel afnemen ( pagina 22).
Ketel inschakelen.
Pluggen op rookgasmeetpunten verwijderen.
Rookgassonde circa 85 mm in het rookgasmeetpunt schuiven.
Dicht het meetpunt af.
Afb. 37 Rookgasmeetpunt
Om de warmteafgifte te waarborgen: radiatorkranen openen.
eco-toets en servicetoets tegelijkertijd indrukken, tot het symbool
wordt getoond.
Het display toont de aanvoertemperatuur, in de tekstregel knippert
Max (= maximale nominale warmtevermogen). Na korte tijd gaat de
brander in bedrijf.
Afb. 38 Max (= maximale nominale warmtevermogen) knippert
▶CO
2
- of O
2
-waarde meten.
Neem in geval van een afwijking contact op met de Junkers-service-
dienst.
Met de pijltoets het minimale nominale warmtevermogen instel-
len.
In de tekstregel knippert de bedrijfsmodus Min (= minimale nomina-
le warmtevermogen).
Afb. 39 Min (= minimale nominale warmtevermogen) knippert
▶CO
2
- of O
2
-waarde meten.
Druk op de ok-toets.
De cv-ketel gaat weer in normaal bedrijf.
▶CO
2
- of O
2
-waarde in inbedrijfstellingsprotocol invullen.
Rookgassonde uit de rookgasmeetpunten verwijderen en pluggen
monteren.
Gasblok en gassmoring verzegelen.
11.2 Gasaansluitdruk controleren
Ketel uitschakelen en gaskraan sluiten.
Schroef op meetpunt voor dynamische gasdruk losmaken en druk-
meetinstrument aansluiten.
Afb. 40
Gaskraan openen en de ketel inschakelen.
Radiatorkranen openen om de warmte-afgifte te waarborgen.
eco-toets en servicetoets tegelijkertijd indrukken, tot het symbool
wordt getoond.
Het display toont de aanvoertemperatuur, in de tekstregel knippert
Max (= maximale nominale warmtevermogen). Na korte tijd gaat de
brander in bedrijf.
Afb. 41 Max (= maximale nominale warmtevermogen) knippert
Benodigde dynamische gasdruk controleren aan de hand van de ta-
bel.
Een instelling op de nominale warmtebelasting en mini-
male warmtebelasting conform NBN B 61-002 is niet no-
dig.
Maximaal nominaal
warmtevermogen
Minimale nominale
warmtevermogen
Gasoort CO
2
O
2
CO
2
O
2
Aardgas (G20) 9,4 % 4,0 % 8,6 % 5,5 %
Aardgas (G25) 7,5 % 6,8 % 7,3 % 8,0 %
Propaan (G31) 10,8 % 4,6 % 10,5 % 5,0 %
Tabel 36
6 720 614 153-07.2O
6 720 647 458-28.1O
Gasoort
Nominale
druk
[mbar]
Toegestane drukbereik bij maximale
nominale warmtevermogen
[mbar]
Aardgas (G20) 20 17 - 25
Aardgas (G25) 25 20 - 30
Propaan (G31) 37 25 - 45
Tabel 37
6 720 647 458-29.1O
6 720 614 090-
34.2O
6 720 647 458-28.1O