Installation Instructions

Bedrijfs- en storingsmeldingen
Cerapur – 6 720 807 248 (2013/05)
48
15.2.2 Blokkerende storingen
Blokkerende storingen veroorzaken een tijdelijk uitschakeling van de cv-
installatie. De cv-installatie start automatisch weer op, zodra de blokke-
rende storing niet meer aanwezig is.
Storingscode en subcode van een blokkerende storing kunnen met ser-
vicefunctie i1 worden uitgelezen ( pagina 30).
Storings-code Sub-code Beschrijving Verhelpen
0Y 276 De temperatuur aan de aanvoertempera-
tuursensor is > 95 °C.
Deze storingsmelding kan optreden, zonder dat een storing aanwezig
is, wanneer plotseling alle radiatorkranen worden gesloten.
Bedrijfsdruk van de cv-installatie controleren.
Open de servicekranen.
Controleer de cv-pomp met servicefunctie t3 ( pagina 35).
Controleer de aansluitkabel naar de cv-pomp.
CV-pomp starten, eventueel vervangen.
Pompcapaciteit of pompcurve correct instellen en op maximaal ver-
mogen aanpassen.
A1 281 De cv-pomp genereert geen druk. Bedrijfsdruk van de cv-installatie controleren.
Open de servicekranen.
Ontlucht de ketel met servicefunctie 2.2C ( pagina 32).
CV-pomp starten, eventueel vervangen.
A8 323 BUS-communicatie onderbroken. Controleer de aansluitkabel van de BUS-deelnemer, eventueel ver-
vangen.
C1 264 Ventilator uitgevallen. Ventilatorkabel met stekker controleren, eventueel vervangen.
Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, eventueel ver-
vangen ( afb. 46, pagina 39).
C4 273 De brander en de ventilator waren 24
uur ononderbroken in bedrijf en worden
voor een veiligheidscontrole gedurende
korte tijd buiten bedrijf gesteld.
D3 232 De temperatuurbewaking TB 1 is geacti-
veerd.
Instelling van de temperatuurbewaking TB 1 controleren.
Instelling van de cv-regeling controleren.
D3 232 Temperatuurbewaking TB 1 defect. Temperatuursensor en aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting
controleren, eventueel vervangen.
D3 232 Brug op de aansluitklemmen voor exter-
ne temperatuurbewaking TB 1 ont-
breekt.
Brug op de aansluiting voor het externe schakelcontact in-
bouwen ( pagina 25).
D3 232 Temperatuurbewaking vergrendeld. Temperatuurbewaking vrijgeven.
Condenspomp uitgevallen. Controleer de condensafvoer.
Condenspomp vervangen.
D4 341 Gradiëntbegrenzing: te snelle tempera-
tuurtoename in cv-bedrijf.
Bedrijfsdruk van de cv-installatie controleren.
Open de servicekranen.
Controleer de cv-pomp met servicefunctie t3 ( pagina 35).
Controleer de aansluitkabel naar de cv-pomp.
CV-pomp starten, eventueel vervangen.
Pompcapaciteit of pompcurve correct instellen en op maximaal ver-
mogen aanpassen.
D5 330 Externe aanvoertemperatuursensor de-
fect (evenwichtsfles).
Temperatuursensor en aansluitkabel op kortsluiting controleren,
eventueel vervangen.
D5 331 Externe aanvoertemperatuursensor de-
fect (evenwichtsfles)
Temperatuursensor en aansluitkabel op onderbreking controleren,
eventueel vervangen.
E2 350 Aanvoertemperatuursensor defect (kort-
sluiting).
Wanneer de storing langere tijd blijft bestaan, wordt storingscode E2 en
subcode 222 getoond (storingscode E2, pagina 49).
E2 351 Aanvoertemperatuursensor defect (on-
derbreking).
Wanneer de storing langere tijd blijft bestaan, wordt storingscode E2 en
subcode 223 getoond (storingscode E2, pagina 49).
E9 224 De temperatuurbegrenzer van de warm-
tewisselaar of de rookgastemperatuur-
begrenzer is geactiveerd.
Wanneer de blokkerende storing langere tijd blijft bestaan, wordt de
blokkerende storing een vergrendelende storing ( storingscode E9
en subcode 224, pagina 50).
EA 227 Vlam wordt niet herkend. Na de 4e ontstekingspoging wordt de blokkerende storing een vergren-
delende storing ( storingscode EA, pagina 50)
Tabel 42 Blokkerende storingen