Installation Instructions

Bedrijfs- en storingsmeldingen
Cerapur – 6 720 807 248 (2013/05)
49
15.2.3 Vergrendelende storingen
Vergrendelende storingen hebben een uitschakeling van de cv-installa-
tie tot gevolg, waarbij de cv-installatie pas na een reset weer start.
De storingscode en de subcode van een vergrendelende storing worden
knipperend getoond.
Afb. 73 Voorbeeld: weergave van een vergrendelende storing
[1] Storings-code
[2] Sub-code
Vergrendelende storing resetten (reset)
Ketel uitschakelen en weer inschakelen.
-of-
Druk op de resettoets, tot Reset wordt getoond.
De ketel gaat weer in bedrijf. De aanvoertemperatuur wordt weerge-
geven.
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
Controleer de printplaat, eventueel vervangen.
Servicefuncties conform de sticker "Instellingen in het servicemenu"
instellen.
EA 229 Geen ionisatiesignaal tijdens het bran-
derbedrijf.
De brander start opnieuw. Mislukt de ontstekingspoging, dan wordt de
blokkerende storing EA getoond, na de 4e ontstekingspoging wordt de
blokkerende storing een vergrendelende storing ( storingscode EA,
pagina 50)
F0 290 Interne storing. Reset-toets net zolang indrukken, tot de tekstregel Reset aangeeft.
De ketel gaat weer in bedrijf en de aanvoertemperatuur wordt ge-
toond.
Elektrische contacten, bekabeling en ontstekingskabels controle-
ren.
Gas-lucht-verhouding controleren, eventueel corrigeren
( pagina 36).
Sturing vervangen.
F0
F7
Fd
356
328
231
Netspanning onderbroken.
Storings-code Sub-code Beschrijving Verhelpen
Tabel 42 Blokkerende storingen
6 720 647 458-30.1O
2
1
Storings-code Sub-code Beschrijving Verhelpen
C6 215 Ventilator te snel Rookgassysteem controleren, eventueel reinigen of herstellen.
C6 216 Ventilator te langzaam Ventilatorkabel met stekker controleren, eventueel vervangen.
Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, eventueel ver-
vangen ( afb. 46, pagina 39).
C7 214 De ventilator wordt gedurende de veilig-
heidstijd uitgeschakeld.
Ventilatorkabel met stekker controleren, eventueel vervangen.
Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, eventueel ver-
vangen ( afb. 46, pagina 39).
C7 217 Ventilator draait niet. Ventilatorkabel met stekker controleren, eventueel vervangen.
Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, eventueel ver-
vangen ( afb. 46, pagina 39).
E2 222 Aanvoertemperatuursensor defect (kort-
sluiting).
Temperatuursensor en aansluitkabel op kortsluiting controleren,
eventueel vervangen.
E2 223 Aanvoertemperatuursensor defect (on-
derbreking).
Temperatuursensor en aansluitkabel op onderbreking controleren,
eventueel vervangen.
Tabel 43 Vergrendelende storingen