Operation Manual
25
9.2.2 Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie 2.2)
Verschillende pompschakelingen:
Schakelstand 1: voor installaties zonder externe regelaar. De pomp wordt door de vertrektemperatuurregelaar
geschakeld.
Een dergelijke bediening is ten stelligste af te raden en in sommige landen zelfs verboden!
Schakelstand 2 (fabrieksinstelling): voor installaties met kamerthermostaat. De vertrektemperatuurregelaar
schakelt alléén gas, de circulatiepomp loopt door. De kamerthermostaat schakelt gas en circulatiepomp.
De circulatiepomp heeft een nalooptijd van 3 minuten.
Schakelstand 3: pomp draait continu. Niet van toepassing bij ZWE/ZSE 24 (28)-4 MFA.
Toets indrukken en ingedrukt houden tot op het display
--
verschijnt.
Toets brandt.
Fig. 32
Temperatuurregelaar verwarming draaien tot 2.2 verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompschakeling op het
display.
Fig. 33
Temperatuurregelaar draaien, tot op het display de gewenste pompschakelstand (1, 2 of 3) verschijnt.
Het display en de toets knipperen.
Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
Fig. 34
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de vertrektemperatuur.










