Operation Manual

26
9.2.3 Kenlijn van de circulatiepomp wijzigen
Toerental van de pomp op de aansluitkast van de pomp instellen.
Fabrieksinstelling = schakelstand 3.
i
Kies een lage schakelstand om energie te besparen.
I
II
III
H
Q
kenlijn voor schakelstand 1
kenlijn voor schakelstand 2
kenlijn voor schakelstand 3
resterende opvoerhoogte
omloophoeveelheid van het CV-water
Fig. 35
9.2.4 Instellen van de antipendel blokkering (servicefunctie 2.4)
Op het schakelpaneel kan het antipendelprogramma individueel tussen 0 en 15 minuten ingesteld worden (de
fabrieksinstelling is 3 minuten.
Bij 0 is het antipendelprogramma uitgeschakeld.
De kortste schakeltijd bedraagt 1 minuut (aan te raden bij éénpijpsystemen en luchtverwarming).
Toets indrukken en ingedrukt houden tot op het display
--
verschijnt. Toets brandt.
Fig. 36
Temperatuurregelaar verwarming draaien, tot op het display 2.4
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde antipendeltijd op het
display.
Temperatuurregelaar draaien, tot op het display het gewenste
antipendelprogramma tussen 0 en 15 verschijnt. Het display en de
toets knipperen.
Fig. 37
Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
Het antipendelprogramma is vastgelegd.
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde
temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de vertrektemperatuur.
Fig. 38