Operation Manual
25
10.2.2 Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie 2.2)
i
Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regeling, wordt automatisch op pompschakeling 3 overgeschakeld,
wanneer de binnenvoeler uitgeschakeld is.
Verschillende pompschakelingen:
Schakelstand 1: voor installaties zonder externe regelaar. De pomp wordt door de aanvoertemperatuurregelaar
geschakeld.
Een dergelijke bediening is in België verboden!
Schakelstand 2 (fabrieksinstelling): voor installaties met kamerthermostaat. De aanvoertemperatuurregelaar
schakelt alléén gas, de circulatiepomp loopt door. De kamerthermostaat schakelt gas en circulatiepomp.
De circulatiepomp heeft een nalooptijd van 3 minuten.
Schakelstand 3: voor installaties met weersafhankelijke regeling. De circulatiepomp wordt door de
weersafhankelijke regelaar geschakeld.
Toets indrukken en ingedrukt houden tot op het display
--
verschijnt.
Toets brandt.
Fig. 34
Temperatuurregelaar verwarming draaien tot 2.2 verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompschakeling op het
display.
Fig. 35
Temperatuurregelaar draaien, tot op het display de gewenste pompschakelstand tussen 2 of 3 verschijnt.
Het display en de toets knipperen.
Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
Fig. 36
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur.