Operation Manual

26
10.2.3 Kenlijn van de circulatiepomp wijzigen
Toerental van de pomp op de aansluitkast van de pomp instellen.
Fabrieksinstelling = schakelstand 3.
i
Kies een lage schakelstand, afhankelijk van het drukverlies in de installatie, om energie te besparen.
1
2
3
H
Q
kenlijn voor schakelstand 1
kenlijn voor schakelstand 2
kenlijn voor schakelstand 3
resterende opvoerhoogte
omloophoeveelheid van het CV-water
10.2.4 Opwarmingsvermogen boiler (servicefunctie 2.3)
Het opwarmingsvermogen van de boiler kan tussen het kleinste en het maximale opwarmingsvermogen (fabrieks-
instelling) ingesteld worden, afhankelijk van het overdraagbare vermogen van de boiler.
De fabrieksinstelling is het nominale verwarmingsvermogen, aanduiding 99 op het display.
Toets indrukken en ingedrukt houden tot op het display
--
verschijnt. Toets brandt.
Fig. 38
Temperatuurregelaar verwarming draaien, tot op het display 2.3
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt het ingestelde boilervermogen, in %, op
het display.
Het aangeduide getal geeft het boilervermogen aan in % ten
opzichte van het maximale vermogen van de ketel.
Fig. 39
Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
Het opwarmingsvermogen van de boiler is vastgelegd.
Fig. 40
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur.
Fig. 37