Operation Manual
30
Temperatuurregelaar verwarming draaien, tot op het display 5.0
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt het ingestelde verwarmingsvermogen in
procenten op het display (99. = nominaal vermogen).
Het aangeduide getal geeft het CV-vermogen aan in % ten opzichte
van het maximale vermogen van de ketel.
Temperatuurregelaar draaien, tot op het display het juiste getal
(%) wordt weergegeven. Het display en de toetsen en
knipperen.
Fig. 54
Toetsen en
tegelijkertijd indrukken en ingedrukt houden tot
op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
Het verwarmingsvermogen is vastgelegd.
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde
temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur.
Fig. 55
10.2.10 Antipendeltijd warmhouden bij ZWN … (servicefunctie 6.8)
In de comfortfunctie wordt binnen het toestel het warme water voortdurend op de ingestelde temperatuur gehouden.
Daarom wordt het toestel ingeschakeld wanneer de temperatuur beneden een bepaalde temperatuur daalt. Ter
voorkoming van te vaak inschakelen kan met de servicefunctie ‘’Antipendeltijd warmhouden’’ de tijdsduur tot aan de
volgende inschakeling vastgelegd worden. Deze functie heeft geen invloed op een normale warmwatervraag, maar
betreft alleen het warmhouden in de comfortfunctie.
De antipendeltijd kan worden ingesteld tussen 25 en 60 minuten (fabrieksinstelling = 25 minuten).
Toetsen en
tegelijkertijd indrukken en ingedrukt houden tot
op het display
==
verschijnt.
Toetsen
en branden.
Fig. 56
Temperatuurregelaar verwarming draaien, tot op het display 6.8
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde antipendeltijd op het
display.
Temperatuurregelaar draaien, tot in het display de gewenste
antipendeltijd wordt weergegeven. Het display en de toetsen
en knipperen.
Fig. 57
Toetsen en
tegelijkertijd indrukken en ingedrukt houden tot
op het display
[
[[
[ ]
]]
]
verschijnt.
De antipendeltijd warmhouden is opgeslagen.
Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde
temperaturen draaien.
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur.
Fig. 58