User manual

1''). Volg de aanwijzing op de
verpakking.
U dient het juiste programma in te
stellen voor het type lading en de mate
van vervuiling. Het programma ECO
biedt het meest efficiënte water- en
energieverbruik voor normaal vervuild
serviesgoed en bestek.
Gebruik van zout, glansmiddel
en vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg hard
water raden we het gebruik aan van
enkelvoudig vaatwasmiddel (poeder,
gel, tabletten zonder extra middelen),
met afzonderlijk glansmiddel en zout
voor optimale reinigings- en
droogresultaten.
Draai het apparaat minstens eenmaal
per maand met een apparaatreiniger
die hier speciaal voor bestemd is.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te
voorkomen dat vaatwasmiddelresten
op het servies achterblijven, raden we
u aan om tabletten enkel bij lange
programma's te gebruiken.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de
instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
Wat moet u doen als u wilt
stoppen met het gebruik van
multitabletten
Doe het volgende voordat u begint met
het gebruiken van apart wasmiddel, zout
en glansmiddel.
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe
en ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u
de waterontharder in de waterhardheid
van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
6. De aanduiding leeg
glansmiddelreservoir activeren.
De korven inruimen
Gebruik het apparaat alleen om
voorwerpen af te wassen die
vaatwasbestendig zijn.
Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn,
aluminium, tin en koper.
Plaats geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen absorberen
(sponzen, keukenhanddoeken).
Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
Maak aangebrande voedselresten op
de voorwerpen zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
Doe bestek en kleine items in het
bestekmandje.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet
verschuiven.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
Voor het starten van een
programma
Controleer of:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
15