Operation Manual

14
Nederlands
Veranderen van de displayhelderheid
U kunt het display dimmen.
* “AUTO DIM” werkt niet voor CD/MP3/WMA.
Veranderen van de aftastfunctie
Dit systeem is geschikt voor progressieve aftasting.
Kies de videosignaalfunctie in overeenstemming met het
type van de aangesloten TV. Indien u een progressieve TV
via de VIDEO OUT aansluitingen verbindt, kunt u beelden
met hoge kwaliteit van de ingebouwde DVD-speler bekijken
door “PROGRE” te kiezen.
Veranderen van de beeldkarakteristieken
Tijdens weergave van een beeld op de TV kunt u de reeds
vastgelegde beeldkarakteristieken kiezen of deze verder
naar wens afstellen en vastleggen.
Kiezen van reeds vastgelegde beeldkarakteristieken
1
Toon tijdens weergave het VFP-instelscherm.
2
Kies de beeldkarakteristieken.
Voor het verwijderen van het scherm,
drukt u nogmaals op
VFP terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, of wacht u langer dan
5 seconden.
Instellen van de beeldkarakteristieken
1
Kies “USER1” of “USER2”.
Volg stappen
1
en
2
zoals hierboven uitgelegd.
2
Kies de in te stellen parameter.
DIMMER ON
Het display wordt donkerder.
AUTO DIM
* De displayverlichting wordt
uitgeschakeld wanneer u de weergave van
een disc met videobeelden start.
Het display wordt verlicht wanneer de
weergave stopt.
RGB
Voor een conventionele TV.
Kies voor het versturen van
composietvideosignalen of RGB-
signalen via de SCART aansluiting.
Y/C
Voor een conventionele TV.
Kies voor het versturen van
S-videosignalen via de SCART
aansluiting.
PROGRE
Voor een progressieve TV.
Kies voor weergave van een
progressief afgetast beeld via de
Video Component
uitgangsaansluiting.
De PRGR. indicator licht op.
TV/VIDEO
DIMMER
DIMMER ON
AUTO DIM
DIMMER OFF
(Geannuleerd)
Remote
ONLY
INFO
SCAN MODE
7
PROGRE
Y/CRGB
ENTER/SET
(houd ingedrukt...)
NORMAL
Kies normaliter dit.
CINEMA
Geschikt voor een filmbron.
USER1/USER2
U kunt de diverse parameters instellen
en deze instellingen vastleggen.
GAMMA
Stel in indien de neutrale kleur te
licht of te donker is (–3 t/m +3).
BRIGHTNESS
Stel in indien het gehele beeld te
licht of te donker is (–8 t/m +8).
CONTRAST
Stel in indien de positie van veraf en
dichtbij onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SATURATION
Stel in indien het beeld te wit of te
zwart is (–7 t/m +7).
TINT
Stel in indien de huidskleur
onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SHARPNESS
Stel in indien het beeld onscherp is.
(–8 t/m +8).
Remote
ONLY
VFP
8
0
NORMAL
GAMMA
BRIGHTNESS
CONTRAST
SATURATION
TINT
SHARPNESS
0
0
0
0
0
(houd ingedrukt...)
Op de TV
PTY PTY
NORMAL CINEMA
USER2
USER1
ENTER/SET
TV CH
TV CH
Basic.fm Page 14 Thursday, April 13, 2006 8:08 AM