Operation Manual

25
Opnemen
De camcorder in het water gebruiken
(alleen voor de GC-WP10)

Voor gebruik
Controleer of er zich geen vreemde materialen in de aansluitingenklep bevinden.
Zorg dat de pakking in het klepje geen schade
heeft en dat er geen vreemde materialen
(haren, pluizen, zand, stof, enz.) de pakking, in
het klepje, de SD-kaartsleuf of de onderdelen
rond de aansluitingen binnendringen.
Als u schade aan het apparaat constateert,
maak dan geen gebruik van het apparaat.
Raadpleeg uw JVC-dealer of het
dichtstbijzijnde JVC-dienstencentrum.
Sluit de aansluitingenklep goed af.
Sluit de klep goed af totdat deze op zijn
plaats klikt.
Controleer of het rode teken volledig uit
gaat.
ATTENTIE
Deze camcorder is met een waterdichte functie uitgerust, overeenkomstig JIS
(Japanese Industrial Standards) IPX8. Deze camcorder kan opnames in zout water en
zoet water maken tot een diepte van 3 m of niet langer dan 30 minuten. (Het
waterdichte vermogen is getest volgens de JVC testnormen en garandeert geen
schadevrije of storingsvrije werking.)
Dompel de camera niet onder in heetwaterbronnen of water van 40 °C of hoger.
Onderwerp de camcorder niet aan hoge waterdruk zoals in een bergstroom of waterval,
of aan buitensporige druk of schokken zoals duiken met de camcorder in de hand.
Het waterdichte vermogen kan niet worden gegarandeerd als de camcorder wordt
onderworpen aan schokken zoals laten vallen. Raadpleeg de dealer als de camcorder
wordt onderworpen aan schokken.
De camcorder zinkt in water. Gebruik de polsriem om vallen te voorkomen.
Open en sluit het deksel op een droge plaats, nadat het vocht van de camcorder is geveegd.
Veeg onmiddellijk vloeistoffen weg zodra reinigingsmiddel, zeepwater, heetwaterbronnen,
badmiddelen, olie, zonnebrandmelk of chemische vloeistoffen op de camcorder zijn gemorst.
Wanneer u de camera voor de eerste keer in water gebruikt, kunnen er luchtbellen uit
het apparaat komen. Dit duidt niet op een defect.