Operation Manual

26 NE
EXP.
0
EXP.
6
EXP.
6
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Belichtingsregeling
Deze functie stelt automatisch het diafragma in voor
een optimale beeldkwaliteit. U kunt indien gewenst de
belichting ook handmatig instellen. Stel de belichting
handmatig in onder de volgende omstandigheden:
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of
wanneer de achtergrond te helder is.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende
achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op
het strand of in de sneeuw.
Wanneer de achtergrond te donker is of het
onderwerp te licht.
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ”.
2
Druk op MENU/BRIGHT. Het opnamemenu
verschijnt.
3
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de
opgelichte balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen
en druk vervolgens de keuzeschijf in.
4
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om
“MANUAL” op het scherm te laten verschijnen en
druk vervolgens de keuzeschijf in. Het
opnamemenu zal verdwijnen. “EXP.” en de
opgelichte balk op de belichtingsindicator worden
op het scherm getoond.
5
Voor een helderder beeld, draai MENU/BRIGHT
omlaag. De belichtingsindicator verhoogt
(maximaal +6).
Voor een donkerder beeld, draai MENU/BRIGHT
omhoog. De belichtingsindicator verlaagt
(maximaal –6).
6
Druk op MENU/BRIGHT. De belichting is nu
ingesteld.
De “EXP.” aanduiding verandert nu naar
“MANUAL” en de opgelichte balk van de
belichtingsindicator dooft.
Herhaal stap 2 voor het terugstellen van de
belichting.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
.... Verdraai in stap 4 MENU/BRIGHT zodat “AUTO”
wordt getoond en druk op de keuzeschijf. De
belichtingsindicator dooft. U kunt ook de
Spanningsschakelaar naar “ ” drukken om weer
de volautomatische functie te activeren.
OPMERKING:
Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, wordt de
belichtingsregeling teruggezet op “AUTO” .
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Belichtingsindicator
Helderder
beeld
Donkerder
beeld