Operation Manual
46 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(vervolg)
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze
naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u
het monteren met de camcorder en de videorecorder exact
tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt
opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u
eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u
daarom de timing van de camcorder t.o.v. de
videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder
en de camcorder moet u een duidelijk begin van een
scène als inmonteerpunt kiezen.
3
Speel de gemonteerde scène af.
•Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamestandby naar de opnamefunctie indien er
een gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
TW
4
1 –– –– : ––
~
2
~
3
~
4
~
5
~
6
~
7
~
8
~
TIME CODE
IN OUT MODE
–– : ––
00 : 00
TOTAL
R.A.EDIT ON/OFF
TV
Willekeurige
montagemenu
Scène 1
Afstandsbedieningssensor
RM-V711U
(bijgeleverd)
Videorecorder
(opnamedeck)