Operation Manual

NE19
OPNAME
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
FOCUS Zie “Scherpstellen” (Z blz. 25).
EXPOSURE Zie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” (Z blz. 26, 27).
W.BALANCE Zie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans” (Z blz. 28).
FADER/WIPE Zie “Fade/Wipe effecten” (Z blz. 22, 23).
P.AE/EFFECT Zie “Programma AE met speciale effecten” (Z blz. 24).
TO MODE MENU
Zie “Uitleg van functiemenu” hieronder.
REC MODE Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens (Z blz. 10).
WIDE MODE OFF Kies “OFF” wanneer u “SQUEEZE” en “CINEMA” beide niet wilt gebruiken.
SQUEEZE
Voor weergave op TV’s met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om
het scherm zonder vervorming te vullen. verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw
breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot
bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker.
CINEMA Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op
een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en
krijgt het scherm de 16:9 verhouding. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor
gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden
zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9
brievenbus bioscoopverhouding getoond.
ZOOM 16X Door “16X” in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 16X
worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
64X Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
vergroten, kunt u vanaf 16X (de maximale optische zoomvergroting) tot 64X digitaal zoomen.
160X Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
vergroten, kunt u vanaf 16X (de maximale optische zoomvergroting) tot 160X digitaal
zoomen.
DIS Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera,
vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt
bewogen of onder de volgende omstandigheden:
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
Schakel de beeldstabilisator uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De “ ” indicator verschijnt knipperend wanneer de stabilisator niet kan worden
gebruikt.
GAIN UP AGC Wordt automatisch geactiveerd bij de volautomatische functie. Het beeld is helder maar
ietwat ruwer.
AUTO De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 — 1/200 sec.). Opname van een onderwerp
bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC
functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk.
” wordt getoond wanneer deze functie is ingesteld.
OFF Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
TO DATE/TIME MENU
Zie “Uitleg van datum/tijd-menu” (Z blz. 20).
TO SYSTEM MENU
Zie “Uitleg van systeemmenu” (Z blz. 20).
Uitleg van Functiemenu
ON
OFF
Uitleg van opnamemenu
: Fabrieksinstelling