Operation Manual

27
NEDERLANDS
Menu's Instellingen: [ ] = Instelling af-fabriek
HELDERH.
AANPASSEN
Past de helderheid aan.
Voor stand !
[AUTOM] : De helderheid wordt automatisch aangepast.
–6 tot +6 : Corrigeert de helderheid binnen dit bereik in stappen
van 1. Stel de waarde in door de instelknop naar ¡ / ¢ te
verplaatsen.
Voor stand
#
[±0] : De helderheid wordt niet aangepast.
–2,0 tot +2,0 (EV) : Corrigeert de helderheid binnen dit bereik in
stappen van 1/3EV. Stel de waarde in door de instelknop naar
¡ / ¢ te verplaatsen.
8 De belichting vergrendelen
Wanneer het menu van het scherm verdwijnt nadat u de
instelling het geconfi gureerd, houdt u de instelknop langer dan
2 seconden ingedrukt. De
C
-indicator verschijnt.
SLUITERSNELHEID
Een snelle sluitersnelheid
kan de beweging van een
snelbewegend onderwerp
bevriezen en een langzame
sluitersnelheid kan het
onderwerp vager weergeven
waardoor de indruk van
beweging wordt gegeven.
[AUTOM] : De sluitersnelheid wordt automatisch aangepast.
1/2 tot 1/4000 :
Hoe kleiner de waarde, hoe sneller de sluitersnelheid. Stel de
waarde in door de instelknop naar ¡ / ¢ te verplaatsen.
OPMERKING
Wanneer u opnamen maakt met een langzame sluitersnelheid, kunt u
het beste een statief ( blz. 18) gebruiken.
DIAFRAGMAVOORKEUZE
U kunt de achtergrond
een onscherp effect geven
door de diafragmawaarde
in te stellen (F-getal).
[AUTOM] : De diafragmawaarde wordt automatisch aangepast.
F1.8 tot F8 (Voor stand
!) /
F1.9 tot F5.6 (Voor stand
#):
Hoe lager het F-getal (grotere diafragmawaarde), des te
onscherper wordt de achtergrond. Hoe hoger het F-getal
(kleinere diafragmawaarde), des te scherper worden
onderwerpen zowel veraf als dichtbij afgebeeld. Stel de
waarde in door de instelknop naar ¡ / ¢ te verplaatsen.
OPMERKING
Stel een groter F-getal in als het beeld te helder is. Stel een kleiner
F-getal in als het beeld te donker is.
WB
Regelt de witbalans voor
optimale kleuren voor de
hoeveelheid licht om u
heen tijdens de opname.
@
[AUTOM] : Witbalans wordt automatisch aangepast.
B HANDM WB : U past de witbalans zelf aan afhankelijk van de
lichtbron.
1) Houd een vel effen wit papier voor het
onderwerp zodat het witte papier het
scherm vult.
2) Houd de instelknop ingedrukt totdat
de
B-indicator begint te knipperen en
weer stopt met knipperen.
D ZONNIG : Wanneer u buiten opnamen maakt op een zonnige
dag.
E BEWOLKT : Wanneer u buiten opnamen maakt op een bewolkte
dag.
F VERLICHT : Wanneer u een videolamp of dergelijke verlichting
gebruikt.