Operation Manual

35
WERKING
Overig gebruik – DVD-speler
Geheugen laatst gebruikte instelling
(Last Condition Memory)
Deze DVD-speler onthoudt de instelling die u voor de
laatst bekeken disc heeft ingesteld. De ingestelde waarden
blijven in het geheugen opgeslagen, ook al verwijdert u
de disc uit de DVD-speler of schakelt u de DVD-speler
uit. Als u een disc laadt met opgeslagen instellingen, zal
de laatste stoppositie automatisch terug worden
opgeroepen.
Opmerkingen
De instellingen die in het geheugen worden opgeslagen,
kunnen om het even wanneer worden opgeroepen.
Deze DVD-speler slaat de instellingen van een disc
niet op als u de speler uitschakelt voordat u de disc
begint af te spelen.
Screen Saver
Het beeld van de Screen Saver verschijnt als u de
DVD-speler gedurende ongeveer vijf minuten in de
stop-modus laat staan.
Instelling van de video-modus
Bij sommige discs kan het zijn dat het weergavebeeld
flikkert of dat er "dot crawl" op rechte lijnen te zien is.
Dit betekent dat de vertikale interpolatie of de
De-interliniëring (De-interlace) niet goed op de disc is
afgestemd. In dat geval kan de beeldkwaliteit verbeterd
worden door de videomodus aan te passen.
Om de videomodus aan te passen, drukt u tijdens de
weergave van de disc op "DISPLAY" en houd u deze
toets gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het
gewijzigd nummer van de videomodus wordt op het
TV-scherm weergegeven. Controleer of de videokwaliteit
verbeterd is. U kunt de bovenstaande procedure
herhalen tot de gewenste beeldkwaliteit is bereikt.
De procedure van de videomodus is gewijzigd;
MODE1 MODE2 MODE3 MODE4 MODE5
MODE1
Als u de stroom uitschakelt, zal de videomodus naar
de oorspronkelijke status (MODE 1) terugkeren.
DVD
VCD1.1
CDDVD